H3 Grammatica 15: herhaling

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Welkom 

h3at!

Programma

1. 10 minuten lezen
2. Huiswerkopdracht bespreken
3. Grammatica 15: herhaling
4. Toets Taalverzorging bespreken
5. Afsluiting en vooruitblik
   

10 minuten lezen

Opdracht 3

a bijwoorden: er, er, eigenlijk, niet

voorzetsel: In, rond, te, voor, voor, te

voornaamwoorden: ons (bezittelijk), genoeg (onbepaald), veel (onbepaald)

b bijwoorden: waarna, minutenlang, steeds, verder, uiteindelijk

voorzetsel: op, in, op, tussen, bij, van, per

voornaamwoorden: hij (persoonlijk), zo’n (aanwijzend)

c bijwoorden: er, steeds, vaker, flexibel

voorzetsel: voor, om, te

voornaamwoorden: -

Opdracht 3

d bijwoorden: zeer, al

voorzetsel: van

voornaamwoorden: -

e bijwoorden: lang, straffeloos

voorzetsel: In

voornaamwoorden: hun (bezittelijk)

f bijwoorden: -

voorzetsel: van, aan, te, per, voor

voornaamwoorden: -

Grammatica 15: herhaling

• Maak de opdracht woordsoortbenoeming op het blad. 
• Je krijgt hier 20 minuten de tijd voor.
• Je mag zachtjes overleggen met je buur.
• Klaar? Ga nog even in je leesboek lezen. 

1. Wij willen het nieuwe meisje een warm welkom geven.

wij = pers. vnw

nieuwe = bnw

geven = zww

2. Morgen kan iedereen in de binnenstad gratis parkeren.

Morgen = bw

iedereen = onbep. vnw

de = blw

3. Gisteren is zij tachtig geworden.

gisteren = bw

is = hww

zij = pers. vnw

4. Ondanks de wind was de snelheid van de hardlopers zeer hoog.

ondanks = onderschk. vw

zeer = bw

hoog = bnw

5. Hij gaat morgenavond voor haar een liefdeslied zingen.

gaat = hww

voor = vz

zingen = zww

6. Het ontbreekt mij aan niets.

het = onbep. vnw

mij = pers. vnw

niets = onbep. vnw

7. In de derde wereld krijgen kinderen nauwelijks te eten.

de = blw

krijgen = hww

te = vz

8. Dit moet wel geheim blijven, omdat het anders misgaat.

dit = aanw. vnw

moet = hww

omdat = onderschk. vw

9. Charlotte en Iris twijfelen ernstig aan zijn eerlijke bedoelingen.

Charlotte = znw

ernstig = bw

aan = vz

10. Ik moet je wat bekennen en wat vertellen.

je = pers. vnw

wat = onbep. vnw

en = nevenschk. vw

11. Door de droogte is ons grasveld geel geworden.

door = vz

ons = bez. vnw

geworden = zww

12. Met dat nieuwe huis hebben zij geboft.

met = vz

dat = aanw. vnw

geboft = zww

13. Die professor schijnt duizenden boeken te hebben gelezen.

die = aanw. vnw

schijnt = hww

duizenden = bnw

14. Vanavond kijken we naar de nieuwe film van Tom Cruise.

de = blw

nieuwe = bnw

film = znw

15. De hond is heel blij met zijn nieuwe kluif.

de = blw

heel = bw

kluif = znw

Toets Taalverzorging

In totaal 45 punten.

Cijfer = aantal behaalde punten / 45 x 9 + 1

42 punten waren te verdienen met de vragen

3 punten met taal

per taalfout ging er 0,5 punt van die 3 punten af

Afsluiting en vooruitblik

Volgende les: woensdag 4 december

Repetitie Grammatica 15

Leren p. 62, 64 en 186-192 & LessonUps (zie Teams)

Let op: je hoeft niet alle woordsoorten te kennen! Kijk goed in de LessonUps! 

Extra oefenen? Op Teams staat een oefenblad.