V2a le 19 septembre 2024

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

BONJOUR et BIENVENUE!

Bonjour

et 

bienvenue!!

Le cours de français du 19 septembre

Aujourd'hui:

Terugblik vorige les

Filmpje met school in de metro van Parijs

Overhoring (Quiz)

Luisteropdrachten uit het boek: ex. 11, 12, 13

Le passé composé (GR II)

HW:mk. ex. 16ABC, lr. apprendre 6

partir + sortir =

1. vertrekken + feesten
2. uitgaan + zingen
3. vertrekken + uitgaan
4. uitgaan + werken

Je (sortir, présent) ___ tous les soirs.

1. sors
2. sortais
3. sort
4. je suis sorti(e)

Kies het juiste antwoord
Ils _________ (sortir)

1. sors
2. sort
3. sortent
4. sortons

ETRE

AVOIR

je suis 

tu as

ik heb

zij hebben

wij zijn

vous êtes

vous avez

zij is

jullie hebben

ils sont

tu es

j'ai

ils ont

nous sommes

jij bent

nous avons

zij zijn 

jij hebt

jullie zijn

elles ont

Schrijf het Franse woord voor "Nederland" op:

la Belgique

l'Espagne

la Suisse

les Pays-Bas

la Turquie

la France

De omleiding, het verkeersbord, het tankstation =

1. la déviation, le panneau, la station-service
2. le panneau, la station-service, l'aire
3. l'aire, la déviation, le panneau
4. la déviation, la station-service, le panneau

de afrit, de reis, het vertrek =

1. le bouchon, le voyage, la sortie
2. le départ, la sortie, le voyage
3. le péage, le bouchon, le départ
4. la sortie, le voyage, le départ

Exercices d'écoute

Ex. 11, 12, 13

(à écrire dans votre livre!)

le passé composé (v.t.t.):

• voltooid tegenwoordige tijd, speelt zich af in het verleden 
• bestaat uit 2 werkwoorden: 
• 1. hulpwerkwoord (vorm van avoir of être)
• 2. voltooid deelwoord, regels:
• stam + é (bij ww eindigend op -er)
• stam + i (bij ww eindigend op -ir)
• stam + u (bij ww eindigend op -re)
• uitzonderingen: voir -> vu, avoir -> eu, être -> été, faire -> fait

Les devoirs:

Faire ex. 16 + apprendre voca. appr. 4

Au revoir!