Week 43 H2 Herhaling en día de los muertos

Semana 43
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Semana 43

Slide 1 - Diapositive

¿Qué vamos a aprender hoy?
  • Straks ken je nieuwe woordjes
  • straks kan je tellen tot 50
  • Straks ken je iets over el día de los muertos

Slide 2 - Diapositive

El programa de hoy
  • Bienvenido (5 min)
  • Repaso - 10 min
  • Quizlet - 15 min
  • Los números  (10 min)
  •  ...... (10 min)
  • Blooket - 10 min

Slide 3 - Diapositive

¡Bienvenidos a la clase de Español!
Hoy es ___________, _____________de __________________

Slide 4 - Diapositive

QUIZLET 
Oefen de vocabulario via quizlet
Link 

Geen verbinding
Opnieuw verbinden 

Geen Laptop/baterij
Je schrijft de woordjes over in je schrift



timer
10:00

Slide 5 - Diapositive

Leerdoel 2: Los días de la semana
timer
1:00
maandag
woensdag
dinsdag
vrijdag
zaterdag
donderdag
zondag
Lunes
Miércoles
Martes
Jueves
Sábado
Viernes
Domingo

Slide 6 - Question de remorquage

Welke vraag hoort bij dit antwoord:

Me llamo ...........
A
¿Dónde vives?
B
¿Cuántos años tienes?
C
¿Cómo te llamas?
D
¿De dónde eres?

Slide 7 - Quiz

Welke vraag hoort bij dit antwoord:

Vivo en .......
A
¿Dónde vives?
B
¿Cuántos años tienes?
C
¿Cómo te llamas?
D
¿De dónde eres?

Slide 8 - Quiz

Welke vraag hoort bij dit antwoord:

Soy de Holanda.
A
¿Dónde vives?
B
¿Cuántos años tienes?
C
¿Cómo te llamas?
D
¿De dónde eres?

Slide 9 - Quiz

Welke vraag hoort bij dit antwoord:

Tengo 13 años.
A
¿Dónde vives?
B
¿Cuántos años tienes?
C
¿Cómo te llamas?
D
¿De dónde eres?

Slide 10 - Quiz

¡Hola! ¿Cómo                  ?

Me                   Alicia.                    trece                    .

Mi cumpleaños                    el                   de marzo.

                  estudiante.

Tengo en la                     un                     y unas                    .
Vul de tekst aan met de juiste woorden.
estás
mochila
estuche
dos
llamo
Tengo
es
tijeras
años
Soy

Slide 11 - Question de remorquage

1. ________ casa (huis)
2. ________ lápiz (potlood)
3. ________ mariposa (vlinder)
4. ________ profesor (docent)
5. ________ amigos (vrienden)
6. ________ televisión (tv)
7. ________ hermanas (zussen)
Kies uit: 
la
las
el
los
la
la
el

Slide 12 - Question de remorquage

Welke vertaling hoort bij welk persoonlijk voornaamwoord?
nosotros
yo
él, ella, ud.
vosotros
ellos, ellas, uds.
jullie
ik
wij
jij
zij/u mv
hij/zij/u

Slide 13 - Question de remorquage

-Yo(ser)_____ de Barcelona, y Miguel (ser) _______ de madrid.

Slide 14 - Question ouverte

Welke kleuren ken je in het Spaans?

Slide 15 - Diapositive

 Luister en herhaal hardop 
Los colores

Slide 16 - Diapositive

Match the words with the colors
amarillo
azul
negro
gris
rojo
verde
blanco
naranja
rosa
marrón

Slide 17 - Question de remorquage

La fresa es ...

Slide 18 - Question ouverte

El sol es ...

Slide 19 - Question ouverte

Las hojas son ...

Slide 20 - Question ouverte

Tot hoeveel kan je tellen in het Spaans?
1-10
1-20
> 20

Slide 21 - Sondage

Luister naar de uitspraak van de getallen 0 tot en met 20
Zeg de getallen in de pauze na.
Opdr 19a

Slide 22 - Diapositive

Regels bij de getallen

  1. Ken de eerste 20 getallen uit je hoofd!
  2. Ken de ronde getallen 10, 20, 30 etc.
  3. Tussen 16 -29 : aan elkaar schrijven met i 
  4. >> diecinueve, veinticinco
  5. Tussen 31 -99 : los geschreven met een y
  6.  >> treinta y cinco, noventa y tres

Slide 23 - Diapositive

Getallen tot 50: Link
timer
5:00

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Lien

Dictee
Schrijf de volgende 10 getallen op papier

Slide 26 - Diapositive

Los números
  1. 3
  2. 7
  3. 10
  4. 15
  5. 23
  6. 30
  7. 38
  8. 40
  9. 43
  10. 50

Slide 27 - Diapositive

Wat gebeurt er op 1 en 2 november?

Slide 28 - Question ouverte

Día de los Muertos


Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Vidéo

Waarom leggen ze lekkernijen op het altaar?

Slide 31 - Question ouverte

Waarom wordt er gefeest tijdens Día de los Muertos?

Slide 32 - Question ouverte

Wat is het verschil met Halloween en de Día de los Muertos?

Slide 33 - Question ouverte

Calavera
Cempasúchil
Alebrije
Mariachi
Pan de Muerto
tumba

Slide 34 - Question de remorquage

Slide 35 - Lien

Blooket

Slide 36 - Diapositive

Reflectie
1. Hoe heb je gewerkt?
2. Typ 3 dingen die je opgepikt/geleerd hebt
3. Typ 1 ding waar je jezelf nog in kan verbeteren

Slide 37 - Question ouverte

¡¡Felices vacaciones!!

Slide 38 - Diapositive