Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Organen en cellen
Slide 1 - Diapositive
Inhoud van de les
Nieuw hoofdstuk:
- Organen en cellen
Je kunt organen benoemen in een torso.
Je kunt organen benoemen in orgaanstelsels van mensen.
Slide 2 - Diapositive
Waaruit bestaan organen?
- organisme
- organenstelsel
- orgaan
- cel
Slide 3 - Diapositive
Organen
ons lichaam is opgebouwd uit organen.
een orgaan voert bepaalde taken uit.
als organen "samenwerken" met hun taken dan horen deze bij een orgaanstelsel
Slide 4 - Diapositive
Orgaanstelsel
Een orgaanstelsel is een groep organen die samen een taak uitvoeren, bijvoorbeeld je bloedvatenstelsel. De organen van het bloedvatenstelsel zijn je hart en alle bloedvaten
Slide 5 - Diapositive
Orgaanstelsels
Je leert nu eerst 3 orgaanstelsels:
Bloedvatenstelsel
Verteringsstelsel
Ademhalingsstelsel
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Vidéo
Heeft een kip organen? En heeft een worm organen?
A
Alleen een kip heeft organen
B
Alleen een worm heeft organen
C
Een kip en een worm hebben allebei organen
D
Geen van beide hebben organen
Slide 8 - Quiz
Een organenstelsel is een groep organen die samen een bepaalde functie hebben
A
Goed
B
Fout
Slide 9 - Quiz
In een organisme komen onder andere cellen, organellen, organen, organenstelsels en weefsels voor. Wat is de juiste volgorde van deze delen, van groot naar klein?
A
Orgaan – organenstelsel – organel – cel – weefsel.