BS 2: De bloedsomloop

Welkom!
Doe je telefoon in je tas
Ga op je plek zitten
Log in bij LessonUp en open je boek op blz. 184
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Doe je telefoon in je tas
Ga op je plek zitten
Log in bij LessonUp en open je boek op blz. 184

Slide 1 - Diapositive

Planning
  • Terugblik
  • Leerdoelen
  • Uitleg BS 2
  • Oefenen met BS 2
  • Huiswerk
  • Afsluiting

Slide 2 - Diapositive

Terugblik

Slide 3 - Diapositive

Waaruit bestaat bloedplasma?
Welke functie heeft bloedplasma?

Slide 4 - Question ouverte

Wat is de taak van witte bloedcellen
A
Ziekte verwekkers onschadelijk maken
B
Wondjes dichten
C
Zuurstof vervoeren
D
Bloed rood maken

Slide 5 - Quiz

Wat doen de rode bloedcellen NIET?
A
ze transporteren kooldioxide
B
ze transporteren zuurstof
C
ze geven het bloed de kleur rood
D
ze zorgen voor het korstje op een wond

Slide 6 - Quiz

BS 2: De bloedsomloop
(deel 1)

Slide 7 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt de drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
  • Je kunt in het bloedvatenstelsel van de mens de slagaders en aders benoemen.

Slide 8 - Diapositive

Bloedvaten
Vervoeren bloed door het lichaam.

De bloedsomloop: de weg die bloed aflegt door het lichaam.


Slide 9 - Diapositive

Typen bloedvaten

Slagaders: vervoeren bloed van het hart naar de organen.

Aders: vervoeren bloed van de organen terug naar het hart.

Haarvaten:  de kleine bloedvaatjes die rondom de organen liggen.

Slide 10 - Diapositive

Het bloedvatenstelsel

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Zijn er nog vragen?

Slide 13 - Diapositive

Oefenen met de leerdoelen!

Slide 14 - Diapositive

Slagader
Ader
Haarvat
Vervoert bloed naar de organen
Vertakkingen van slagader
Vervoeren bloed terug naar het hart

Slide 15 - Question de remorquage

Huiswerk
Maak van 3.2 opdracht 3 en 6 (blz. 189)

Weet je een vraag niet? Lees de tekst nog eens. Vraag het daarna pas aan de docent.

Klaar? Kijk je huiswerk na, flitskaarten, test jezelf,
Biologiepagina, lees de basisstof nog eens

Slide 16 - Diapositive

Welkom!
Doe je telefoon in je tas
Ga op je plek zitten
Log in bij LessonUp en open je boek op blz. 186

Slide 17 - Diapositive

Planning
  • Terugblik
  • Leerdoelen
  • Uitleg BS 2
  • Oefenen met BS 2
  • Huiswerk
  • Afsluiting

Slide 18 - Diapositive

Terugblik

Slide 19 - Diapositive

BS 2: De bloedsomloop
(deel 2)

Slide 20 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt de drie typen bloedvaten noemen met kenmerken en functies.
  • Je kunt de kleine en de grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.

Slide 21 - Diapositive

Dubbele bloedsomloop

Per omloop stroomt het bloed twee keer door het hart.

Langs welke route stroomt het bloed vanuit de rechter helft van het hart?

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Dubbele bloedsomloop

Kleine bloedsomloop: hart -> longen -> hart

Grote bloedsomloop: hart -> organen + ledematen -> hart

Slide 24 - Diapositive

Slagaders
Het hart pompt bloed met veel druk de slagaders in.
  • Wand = dik, gespierd en elastisch.

Slagaders liggen vaak dieper in het lichaam. Waarom?


Slide 25 - Diapositive

Haarvaten
De bloeddruk is lager.
 
Vocht met zuurstof en voedingsstoffen worden aan organen afgegeven.

Vocht met koolstofdioxide en afvalstoffen worden opgenomen.

Slide 26 - Diapositive

Aders
Bloeddruk is laag -> bloed wordt omhoog gepompt.
  • Wanden zijn dunner en minder elastisch.
  • Liggen minder diep in de huid.

Waarom hebben aders kleppen?
  • Zodat het bloed niet terugstroomt.


Slide 27 - Diapositive

Zijn er nog vragen?

Slide 28 - Diapositive

Oefenen met de leerdoelen!

Slide 29 - Diapositive

Slagader 
Ader
Haarvat

Slide 30 - Question de remorquage

De bloedsomloop bij de mens is een dubbele bloedsomloop. Waarom noemen we het een 'dubbele bloedsomloop'?
A
Tijdens één complete rondgang door het lichaam stroomt het bloed twee keer door het hart.
B
Tijdens één complete rondgang door het lichaam stroomt het bloed twee keer langs de longen.

Slide 31 - Quiz

Huiswerk
Maak van 3.2 opdracht 1 t/m 8 (blz. 188)

Weet je een vraag niet? Lees de tekst nog eens. Vraag het daarna pas aan de docent.

Klaar? Kijk je huiswerk na, flitskaarten, test jezelf,
Biologiepagina, lees de basisstof nog eens

Slide 32 - Diapositive