schwache verben ott

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1,2

Deutschstunde 14. Februar

Kamera einschalten

Mikrofon ausschalten

Ergänze den Lessonup Code

Halte deine Bücher bereit

Das Programm

Wiederholung:

schwachen Verben im Präsens

Lernziele:

Ihr könnt die schwachen Verben

beugen

alle gewone zwakke werkwoorden:"spielen"

ich..............stam +

du..............stam  +

er/sie/es.....stam  +

wir..............stam  +

ihr..............stam  +

sie/Sie........stam  +

(fe)e st t en t en

e   (spiel+e)

st  (spiel+st)

t  (spiel+t)

en  (spiel+en)

t  (spiel+t)

en  (spiel+en)

voltooid dw: gespielt

voltooid deelwoord: gespielt

alle zwakke werkwoorden die in de stam eindigen op d of t :"arbeiten"

ich..............stam +
du..............stam  +
er/sie/es.....stam  +
wir..............stam  +
ihr..............stam  +
sie/Sie........stam  +

let op bij "du" en er/sie/es en "ihr" !! (f) e e st et en et en)

e    (arbeit+e)

est  ( arbeit+est)

et   (arbeit+et)

en   (arbeit+en)

et    (arbeit+et)

en   (arbeit+en)

De vervoeging

(feesteten eten)

ich stam + e

du stam + est

er/sie/es/man stam + et

wir stam + en (hele ww)

ihr stam + et

sie/Sie stam + en (hele ww)

Waarom nu feesteten eten? Als je alle uitgangen achter elkaar plakt en je zet er F voor staat er: feesteten eten!

Du ... (antworten)

1. antwortet
2. antwortest
3. antwortst
4. antworten

Er ... (finden) den Weg nicht.

1. findt
2. finden
3. findest
4. findet

Herr Busch ... (reiten) jeden Sonntag.

1. reitest
2. reitet
3. reiten
4. reit

alle zwakke werkwoorden die in de stam eindigen op een s-klank (s/ß/z) :"reisen"

ich..............stam +
du..............stam  +
er/sie/es.....stam  +
wir..............stam  +
ihr..............stam  +
sie/Sie........stam  +

let op bij "du" !!!

(fri) e t t en t en)

e  (reis+e)

t   (reis+t).....dus géén s!!

t   (reis+t)

en (reis+en)

t    (reis+t)

en  (reis+en)

voltooid dw: gereist

De vervoeging

(friettenten)

Als je voor de uitgangen Fri plaatst krijg je dus friettenten!

De vervoeging

(friettenten)

Friettenten

(stam eindigt op een s-klank s, x, z, ß)

ich stam + e

du stam + t

er/sie/es stam + t

wir stam + en (hele ww)

ihr stam + t

sie/Sie stam + en (hele ww)

Er ... (grüßen) mich.

1. grüßt
2. grüßst
3. grüßet
4. grüßzt

Du...... (reisen) gerne mit der Bahn.

1. reisst
2. reisest
3. reist
4. reise

Het verschil in uitgangen

	suchen	tanzen	finden
ich	e	e	e
du	st	t	est
er/sie/ es	t	t	et
wir	en	en	en
ihr	t	t	et
sie/Sie	en	en	en

Üben

machen Aufgaben Seite 149