B10 - 15 april

Wat gaan we vandaag doen?
1. Lezen in boek
2. Nakijken huiswerk van vorige week
3. Zelfstandig werken

1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Wat gaan we vandaag doen?
1. Lezen in boek
2. Nakijken huiswerk van vorige week
3. Zelfstandig werken

Slide 1 - Diapositive

Lezen in je boek
timer
10:00

Slide 2 - Diapositive

Huiswerk nakijken

Slide 3 - Diapositive

Opdracht 3 (blz. 197)
Antwoorden: Van – in – van – op – van – met – van – bij - uit – op – naar – in – naar – in – over – vanwege – op – tijdens – met – op 

Slide 4 - Diapositive

Opdracht 4
1. Op                                              5. Aan
2. Tegen                                      6. Op
3. Naar                                         7. Naar
4. Op                                            8. Aan


Slide 5 - Diapositive

Opdracht 5
1. In vergelijking met
2. Naar aanleiding van
3. Tegen betaling van
4. In verband met
5. In tegenstelling tot
6. Naar aanraden van
7. Met betrekking tot
8. Op vertoon van

Slide 6 - Diapositive

Zelfstandig werken
Maken: Opdracht 7 (blz. 198)
Hulp: Als je het niet meer weet, kijk je in de theorie van de vorige hoofdstukken
Tijd: 10 minuten, daarna nakijken
Klaar: opdracht 6 maken (blz. 198)
Klaar met opdracht 6  van het onderdeel woordsoorten (blz. 198), dan ga je verder met het onderdeel spelling. Lees zelf de theorie over het bijvoeglijk naamwoord door en maak  vervolgens opdracht 1 t/9 (blz 199-201).
timer
10:00

Slide 7 - Diapositive

Nakijken opdracht 7

Slide 8 - Diapositive

Nakijken opdracht 7
1. is = kww, met = voorzetsel
2. van = voorzetsel, deze = aanw.vnw., in = voorzetsel, India = zn
3. Gedurende = voorzetsel, het = blw, bloeddorstig = bn
4. Om = vz, het = pers.vnw., verstopten = zww, zich = wed.vnw


Slide 9 - Diapositive

Nakijken opdracht 7
5. Hen = pers.vnw, ze = pers.vnw, hem = pers.vnw, zijn = bez.vnw
6. Positieve = bn
7. Bezat = zww, de =blw
8. Zo’n = aanw.vnw, tussen = voorzetsel, die = aanw.vnw, 
kon = hww, worden = kww, voor = voorzetsel
9. Je = onbep.vnw, dit = aanw.vnw, op = voorzetsel, adellijke = bn

Slide 10 - Diapositive

Zelfstandig werken
- Verhaaltje van opdracht 6 afmaken (blz. 198)

- Opdracht 1 t/m 9 (blz. 199-201)
- Hulp: Je leest zelf de theorie door. Bij vragen vinger opsteken.
- Klaar: Als je klaar bent met alle opdrachten, ga je lezen in je boek.

Slide 11 - Diapositive