Uitleg beeldspraak

Woordenschat herhaling lj. 2
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Woordenschat herhaling lj. 2

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Waarom beeldspraak?
We gebruiken beeldspraak om een taal levendiger te maken.

Het is figuurlijk taalgebruik en het wordt gebruikt om ervoor te zorgen dat de ander een soort plaatje in zijn hoofd krijgt.


Slide 3 - Diapositive

Beeldspraak (lj. 2)
  • vergelijking 
  • metafoor
  • personificatie 

Slide 4 - Diapositive

Letterlijk
Figuurlijk
Jouw kamer is een zwijnenstal.
Ik ga stuk!
Ik kijk elke dag even op Tiktok.
Zij kookt van woede.
De toekomst lacht ons tegemoet.

Slide 5 - Question de remorquage

Beeldspraak
Je gebruikt het om de luisteraar een duidelijk beeld te geven van wat je bedoelt.
Hij is echt een kast.
  1. Vergelijking
  2. Metafoor
  3. Personificatie
Soorten beeldspraak:

Slide 6 - Diapositive

Vergelijking
Een vergelijking tussen twee zaken: object en beeld.

Object en beeld staan naast elkaar.


De eigenschappen van het beeld worden 
gebruikt om het object te beschrijven.


[O]
[B]
Wat kun je zeggen over het woord 'boom'?
Het figuurlijke
Het letterlijke

Slide 7 - Diapositive

Vergelijking
Object en beeld staan naast elkaar.


Een boom van een vent.

[O]
[B]

Slide 8 - Diapositive

Vergelijking
Object en beeld staan naast elkaar.


Hij gedroeg zich als een dictator.


[O]
[B]
Wat is het beeld? Wat is het object?

Slide 9 - Diapositive

vergelijking - nog meer voorbeelden
zo rood als wijn
Je kamer is zo vies als een zwijnenstal.
De regen glinsterde als diamanten in het licht.
zo snel als een haas
Hij is als een boom zo lang.
zo gek als een deur
zo trots als een pauw
Zijn glimlach was als een stralende zon die de hele kamer verlichtte.
zo licht als een veertje

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Metafoor
Bij een metafoor wordt het object weggelaten. Alleen het beeld blijft over. Vaak kun je wel raden wat het object zou moeten zijn.

Een kast van een vent.

Die kast past bijna niet door de deur.
[O]
[B]
[B]
Dit is dus een metafoor

Slide 12 - Diapositive

Metafoor
Die wandelende encyclopedie zal het antwoord wel weten.


Wat een zwijnenstal!

Het lelijke eendje is toch nog mooi geworden.


[O] = die slimme jongen of het slimme meisje
[B]
[B]
Let op: spreekwoorden zijn ook metaforen!
[O] = vieze kamer of ruimte
[B]
[O] = Iemand die niet heel knap is

Slide 13 - Diapositive

metafoor - nog meer voorbeelden
Wat een kast!
Als de kat van huis is dansen de muizen op tafel.
Het is hier een zwijnenstal.

Slide 14 - Diapositive

Personificatie
Bij een personificatie geef je een voorwerp, plant, dier of abstract begrip (liefde, verdriet) menselijke eigenschappen.

Het leven lacht me toe.
De zon doet zijn best tevoorschijn te komen.
De tak zuchtte onder het gewicht van de vogel.
Het hoofdstuk legt uit wat een personificatie is.

Slide 15 - Diapositive

personificatie - nog meer voorbeelden
De wind fluisterde in mijn oor. 
De toekomst lacht ons tegemoet.
de tijd loopt
De winter strooit zijn eerste sneeuwvlokken uit.
De wolken huilen.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Zij is het vijfde wiel aan de wagen

Slide 19 - Diapositive

Woordenschat H3 vwo

Slide 20 - Diapositive

Waarom beeldspraak?
We gebruiken beeldspraak om een taal levendiger te maken.

Veel beeldspraak is gebaseerd op een overeenkomst tussen twee dingen (object en beeld).

MAAR: beeldspraak kan ook een ander verband tussen object en beeld beschrijven...

Slide 21 - Diapositive

Beeldspraak
  • asyndetische vergelijking
  • homerische vergelijking
  • synesthesie 

Slide 22 - Diapositive

Vergelijking
Uit het boek:
Voor de toets: weet dat er vergelijkingen met 'als', 'van' en zonder iets bestaan. Je hoeft geen onderscheid te kunnen maken tussen de asyndetische en homerische vergelijking

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Synesthesie
Combinatie van zintuigen in uitspraken, om iets levendig te maken.

Warme klanken
Bittere woorden
Schreeuwende kleuren
Scherpe geur
Smaakloze stem
Kil blauw
Horen
zien
voelen
ruiken 
proeven

Slide 25 - Diapositive

Filmpje met uitleg over beeldspraak

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo

Oefenwebsites

Slide 28 - Diapositive

https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-1-beeldspraak/
https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-beeldspraak/
https://extraned.nl/index.php/oefening-beeldspraak/

Slide 29 - Diapositive