Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
HBM GS KLAS 4 (Herhalen)
Geschiedenis - HBM klas 4
Staatsinrichting
Lees de uitdraai rustig door.
1 / 44
suivant
Slide 1:
Diapositive
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 4
Cette leçon contient
44 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
2 vidéos
.
La durée de la leçon est:
60 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Geschiedenis - HBM klas 4
Staatsinrichting
Lees de uitdraai rustig door.
Slide 1 - Diapositive
Geschiedenis - HBM klas 4
NL van 1815 tot 1914
Herhaling
Slide 2 - Diapositive
Leerdoelen
Je weet wat monarchie, republiek en democratie zijn.
Je weet wat liberalisme en socialisme is.
Je weet waarom er juist in het jaar 1848 een nieuwe grondwet kwam en waarom die door Thorbecke werd geschreven.
Je weet de onderdelen en gevolgen van de Grondwet van 1848.
Je weet hoe er in Nederland op gemeentelijk, provinciaal en landelijk niveau wordt bestuurd.
Je weet welke rechten het parlement heeft en hoe er wetten worden gemaakt.
Je weet welke gevolgen die industrialisatie had voor Nederland en diens burgers.
Je weet de oorzaken van de opkomst van het socialisme en diens idealen.
Je weet de oorzaken en de gevolgen van de verzuiling.
Je weet de eigenschappen en idealen van de vier zuilen.
Je weet de oorzaken en gevolgen van de eerste feministische golf.
Je weet wanneer en waarom er algemeen kiesrecht kwam.
Slide 3 - Diapositive
Liberalisme.
A
Opkomen voor zwakkeren in de samenleving.
B
Zo min mogelijk overheidsbemoeienis.
C
Rijke mensen.
D
Gelijkheid is belangrijker dan vrijheid.
Slide 4 - Quiz
Socialisme.
A
Opkomen voor zwakkeren in de samenleving.
B
Zo min mogelijk overheidsbemoeienis.
C
Arbeiders.
D
Vrijheid is belangrijker dan gelijkheid.
Slide 5 - Quiz
Wat is een ander woord voor grondwet?
A
Parlement
B
Monarchie
C
Constitutie
D
Republiek
Slide 6 - Quiz
Een koninkrijk of keizerrijk waarbij de macht wordt beperkt door een grondwet.
A
Ministeriële Verantwoordelijkheid
B
Constitutionele Monarchie
C
Parlementaire Democratie
D
Koninklijke Onschendbaarheid
Slide 7 - Quiz
Een volksvertegenwoordiging die gekozen wordt door het volk.
A
Ministeriële Verantwoordelijkheid
B
Constitutionele Monarchie
C
Parlementaire Democratie
D
Koninklijke Onschendbaarheid
Slide 8 - Quiz
Waardoor kon het parlement niks doen tegen Willem III in de Luxemburgse kwestie?
A
Ministeriële Verantwoordelijkheid
B
Constitutionele Monarchie
C
Parlementaire Democratie
D
Koninklijke Onschendbaarheid
Slide 9 - Quiz
Waardoor waren de ministers de schuldige van de plannen van de koning tijdens de Luxemb. Kwestie?
A
Ministeriële Verantwoordelijkheid
B
Constitutionele Monarchie
C
Parlementaire Democratie
D
Koninklijke Onschendbaarheid
Slide 10 - Quiz
Waaruit komen de ministers?
A
De grootste partij
B
Oppositie
C
Coalitie
D
De Tweede Kamer
Slide 11 - Quiz
Waar kunnen Nederlanders niet op stemmen?
A
Provinciale Staten
B
Gemeenteraad
C
Tweede Kamer
D
Ministers
Slide 12 - Quiz
Wat is een taak van de uitvoerende macht?
A
Wetten uitvoeren
B
Staat controleren
C
Wetten goedkeuren
D
Wetsvoorstellen indienen
Slide 13 - Quiz
Wat is géén taak van de rechterlijke macht?
A
Burgers controleren
B
Staat controleren
C
Oordelen op basis van bestaande wetten
D
Wetten goedkeuren
Slide 14 - Quiz
Wat is géén taak van de wetgevende macht?
A
Wetten uitvoeren
B
Ministers en ministeries controleren
C
Wetsvoorstellen aanpassen
D
Wetsvoorstellen keuren
Slide 15 - Quiz
Wat is het recht van het parlement om een minister een vraag te stellen die hij eerlijk en volledig moet beantwoorden?
A
Amendement
B
Budget
C
Interpellatie
D
Enquête
Slide 16 - Quiz
Welke twee rechten heeft alleen de Tweede Kamer?
A
Amendement
B
Budget
C
Initiatief
D
Enquête
Slide 17 - Quiz
Wie zitten in de regering?
A
Eerste Kamer
B
De koning(in)
C
Tweede Kamer
D
Ministers
Slide 18 - Quiz
Wat is censuskiesrecht?
A
Stemrecht voor mannen
B
Stemrecht voor mensen die % belasting betalen
C
Stemrecht voor liberalen
D
Stemrecht voor mensen van 18 jaar en ouder
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Vidéo
Wat was het doel van een vakbond?
A
Stakingen organiseren
B
Arbeidsomstandigh. verbeteren
C
Sociale wetten maken
D
Werkgevers verdedigen
Slide 21 - Quiz
Wat houdt de Sociale Kwestie in?
A
Omstandigheden arbeiders verbeteren
B
Verslechtering arbeidsomstandigh.
C
Strijd communisme en sociaaldemocraten
D
Verslechtering woonomstandigheden
Slide 22 - Quiz
Wat is een gevolg van de industrialisatie?
A
Arbeidsomstandigh. verbeterden
B
Mensen verhuizen van stad naar platteland.
C
Machines worden uitgevonden
D
Woonomstandigh. verslechteren
Slide 23 - Quiz
Wat is geen oorzaak voor de opkomst van het socialisme?
A
Slechte arbeidsomstandigh.
B
Urbanisatie
C
Er worden minder mensen geboren
D
Slechte woonomstandigheden
Slide 24 - Quiz
Arbeids-
omstandig-
heden
Beide
Woon-
omstandig-
heden
Geen riolering
Lage lonen
Ziektes
Geen water
Kleine ruimtes
Ongezond
Gevaarlijke machines
Lange werkdagen
Slide 25 - Question de remorquage
Communisme
Beide
Sociaal-
democraten
Gelijkheid boven vrijheid
Sociale wetten
Parlement
Troelstra
SDAP
Revolutie
Marx
Slide 26 - Question de remorquage
Confessionelen zijn...
A
Katholieken en protestanten
B
Protestanten en socialisten
C
Socialisten en vakbonden
D
Socialisten en liberalen
Slide 27 - Quiz
Confessionelen wilden...
A
Geld voor speciaal onderwijs
B
Geld voor bijzonder onderwijs
C
Algemeen kiesrecht
D
Sociale wetten maken
Slide 28 - Quiz
Bijzonder onderwijs is?
A
Voor mensen met speciale behoeften
B
Voor katholieken
C
Voor protestanten
D
Voor confessionelen
Slide 29 - Quiz
Het doel van de schoolstrijd was om...
A
Geld voor speciaal onderwijs.
B
Geld voor bijzonder onderwijs.
C
Katholieken vs. protestanten.
D
De slimste mens bepalen.
Slide 30 - Quiz
Wat is het caoutchouc-artikel?
Stemrecht voor...
A
mensen die het verdienen.
B
mensen die % belasting betalen.
C
iedereen boven de 18 jaar.
D
mannen met een schooldiploma.
Slide 31 - Quiz
Welke twee groepen wilden gelijke rechten verkrijgen (emancipatie) tijdens de Industriële Revolutie?
A
Confessionelen
B
Vrouwen
C
Arbeiders
D
Socialisten
Slide 32 - Quiz
Stemrecht
Geld voor bijzonder onderwijs
Verzuiling
Socialisten
Liberalen
Protestanten
Katholieken
Feministen
Slide 33 - Question de remorquage
Wat was geen oorzaak van het feminisme?
A
Wilhelmina Drucker had 'n slechte vader.
B
Rijke vrouwen bespraken ideeën.
C
Vrouwen hadden sympathie met armen.
D
Aletta Jacobs ging studeren.
Slide 34 - Quiz
Wat waren gevolgen van het feminisme?
A
De VvVK werd opgericht.
B
De VVV werd opgericht.
C
Actief Vrouwenkiesrecht.
D
Passief Vrouwenkiesrecht.
Slide 35 - Quiz
Welke groepen werkten samen tijdens de pacificatie van 1917?
A
Confessionelen en Liberalen.
B
Confessionelen en Socialisten.
C
Katholieken en Protestanten.
D
Feministen en Socialisten.
Slide 36 - Quiz
Wat was geen direct gevolg van de pacificatie van 1917?
A
Passief kiesrecht vrouwen.
B
Algemeen kiesrecht mannen.
C
Evenredige vertegenwoordiging.
D
Actief kiesrecht vrouwen.
Slide 37 - Quiz
Wat is een nadeel van de evenredige vertegenwoordiging?
A
Niet alle stemmen vertegenwoordigd.
B
Niet uit ieder district 'n vertegenwoordiger.
C
De schoolstrijd ging door.
D
Vrouwen mochten niet stemmen.
Slide 38 - Quiz
Slide 39 - Vidéo
Zet de gebeurtenis bij het juiste jaartal:
1914
1917
1918
1919
Rusland sluit wapenstilstand met Duitsland.
Het Verdrag van Versailles wordt getekend.
De Eerste Wereldoorlog is voorbij.
De Eerste Wereldoorlog breekt uit.
Slide 40 - Question de remorquage
Waren deze gebeurtenissen voor, tijdens of na de Eerste Wereldoorlog?
voor de Eerste Wereldoorlog
na de Eerste Wereldoorlog
tijdens de Eerste Wereldoorlog
Het Verdrag van Versailles.
De Verenigde Staten zijn niet langer neutraal.
De Russische Revolutie.
De Verenigde Staten lenen geld aan Duitsland.
De economische wereldcrisis begint.
De moord op de kroonprins van Oostenrijk-Hongarije.
Slide 41 - Question de remorquage
Sleep de punaise naar het kaartje over de
Eerste Wereldoorlog.
Slide 42 - Question de remorquage
AAN DE SLAG
P. 64/65
MAKEN; EXAMENVRAGEN
LEES DE BRON OPDRACHTEN GOED DOOR
FORMULEER ZOALS OP HET EXAMEN.
Slide 43 - Diapositive
Wat is het recht van het parlement om buiten een minister om een onderzoek te doen?
A
Amendement
B
Budget
C
Initiatief
D
Enquête
Slide 44 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
GS GM4 1.5 Herhaling
Septembre 2022
- Leçon avec
38 diapositives
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 4
Hoofdstuk 6 (kgt): Hoe worden wetten gemaakt?
Octobre 2021
- Leçon avec
26 diapositives
par
Seneca Burgerschap
Maatschappijkunde
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 3,4
Seneca Burgerschap
Hoofdstuk 6 (kgt): Hoe worden wetten gemaakt?
Octobre 2021
- Leçon avec
26 diapositives
par
Seneca Burgerschap
Maatschappijkunde
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 3,4
Seneca Burgerschap
H1.1 Koning en parlement
Mars 2024
- Leçon avec
49 diapositives
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 4
M4 Hoofdstuk 1 - Staatsinrichting van Nederland
Septembre 2024
- Leçon avec
26 diapositives
Geschiedenis
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
H. 1, par. 1. Koning en parlement
Septembre 2023
- Leçon avec
40 diapositives
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Laatste quiz H1
Octobre 2021
- Leçon avec
35 diapositives
Geschiedenis
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
§1.1 Koning & Parlement
Août 2024
- Leçon avec
26 diapositives
Geschiedenis
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4