havo 3 Koolwaterstoffen les 3

Koolwaterstoffen
havo 3 les 3
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Koolwaterstoffen
havo 3 les 3

Slide 1 - Diapositive

Energie uit brandstoffen
In de stof is chemische energie opgeslagen

chemische energie --> licht en warmte

Slide 2 - Diapositive

Activeringsenergie
energie die nodig is om een reactie te laten beginnen

ontbrandingstemperatuur

Slide 3 - Diapositive

Je kunt warmte / energie meten
door het temperatuurverschil te meten
van een stof die je verwarmt

Slide 4 - Diapositive

warmte meten

Slide 5 - Diapositive

Belangrijke formule die je moet leren
Q = cmΔT

Slide 6 - Diapositive

ΔT
verschil in temperatuur

eindtemperatuur - begintemperatuur
eenheid graden Celsius (oC)

Slide 7 - Diapositive

Q
warmte

dus niet temperatuur
eenheid Joule (J)

Slide 8 - Diapositive

m
massa van de stof die je verwarmt

eenheid gram (g) of kilogram (kg)

Slide 9 - Diapositive

c
soortelijke warmte

elke stof heeft een unieke manier waarop de temperatuur stijgt als hij verwarmd wordt
eenheid J per gram per graad Celsius (J/g/oC)

Slide 10 - Diapositive

Bereken de warmte die is opgenomen door 10 gram water als het 50 graden stijgt (c = 4,2 J/g/oC)
A
2100
B
500
C
210
D
42

Slide 11 - Quiz

Q = cmΔT
Q = 4,2 * 10 * 50 = 2100 J

Slide 12 - Diapositive

Bereken hoe warm 30 g water van 20 graden Celsius kan worden door 3024 J op te nemen. (noteer alleen getal zonder decimalen)

Slide 13 - Question ouverte

Verbrandingswarmte berekenen
De hoeveelheid warmte die vrijkomt per kg brandstof

Slide 14 - Diapositive

Bereken de reactiewarmte (J/kg) als 100 gram benzine verbrand wordt waarbij 4.400.000 J vrijkomt.
A
440.000
B
4.400.000
C
44.000.000
D
440.000.000

Slide 15 - Quiz

Rendement
Niet alle energie komt op de juiste plek terecht

                                    hoeveel wordt nuttig gebruikt
    rendement =  --------------------------------        * 100%
                                      totale hoeveelheid energie

Slide 16 - Diapositive

Bereken het rendement (%) als
er 5400 J wordt opgenomen en er 5900 J vrijkomt
A
0,9
B
92
C
1,1
D
110

Slide 17 - Quiz