BS 4, de celkern

Leerdoel
Je kunt de kenmerken van chromosomen noemen.

Je kunt de stappen van een celdeling noemen.

Je kunt weefsels van mensen en planten noemen met hun functie.
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Leerdoel
Je kunt de kenmerken van chromosomen noemen.

Je kunt de stappen van een celdeling noemen.

Je kunt weefsels van mensen en planten noemen met hun functie.

Slide 1 - Diapositive

Beenweefsel
Kraakbeenweefsel

Slide 2 - Diapositive

Zenuwweefsel
Spierweefsel

Slide 3 - Diapositive

Organisme
Orgaan
Weefsel
Cel

Slide 4 - Question de remorquage

Dierlijke cel
  1. celmembraan
  2. celkern
  3. cytoplasma

Slide 5 - Diapositive

Chromosomen
Alle cellen van planten en dieren hebben een celkern. De celkern regelt wat er in de cel gebeurt. 

In de celkern liggen chromosomen. Dit zijn lange, dunne draden. Mensen hebben in elke celkern 46 chromosomen.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Erfelijke informatie
De kleur van je ogen en de vorm van je neus krijg je van je ouders. Deze eigenschappen noem je erfelijke eigenschappen. Andere voorbeelden van erfelijke eigenschappen zijn een kuiltje in je kin en hoe lang je kunt worden.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

DNA
Chromosomen bestaan voor een groot deel uit de stof DNA. DNA heeft de informatie voor je erfelijke eigenschappen. De helft van die informatie komt van je vader en de helft van je moeder. Elke cel van je lichaam bevat de informatie voor al je erfelijke eigenschappen.

Slide 10 - Diapositive

Soms gebeurt er iets met het chromosomenpaar 21. Het zijn er dan ineens 3 ipv 2. 

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Om te groeien moeten je cellen delen

Slide 13 - Diapositive

Gewone celdeling (mitose)

Slide 14 - Diapositive

Celdeling

Celdeling
Eerst deelt de kern
Dan deelt de cel zelf
98 
2x46
46
46
Chromosomen

Slide 15 - Diapositive

23
x
2
=
46

Slide 16 - Diapositive

Katten hebben 38 chromosomen. Hoeveel chromosomenparen hebben ze dan?
A
23
B
19
C
46
D
76

Slide 17 - Quiz

Hoeveel chromosomen heeft een menselijke cel?
A
23
B
92
C
46

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Vidéo

Aan de slag
LEES de tekst van BS 4, 5 en Ex6, MAAK de opdrachten. 

Slide 20 - Diapositive