Skills Klas 2 Zorg en Welzijn les 3

EHBO

1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
skillsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 18 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

EHBO

Slide 1 - Diapositive


EHBO les 1
  • regels
  • alarmcentrale

Slide 2 - Diapositive

Doel van deze les:

* ik kan uitleggen wat EHBO betekent.

*ik kan vertellen wat de 5 stappen van EHBO zijn.

* Ik weet hoe ik hulp kan regelen.

* ik kan 5 accesoires vertellen die in een EHBO koffer zitten


Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Slide 5 - Vidéo

EHBO

Eerste

Hulp

Bij

Ongevallen / Ongelukken

Slide 6 - Diapositive

EHBO basis regels
  1. Let op gevaar
  2. Ga na wat er is gebeurd en daarna wat het slachtoffer mankeert
  3. Stel het slachtoffer gerust en zorg voor beschutting
  4. Zorg voor professionele hulp
  5. Help het slachtoffer op de plaats waar hij zit of ligt

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Centrale
Wie heb je nodig?
Waar ben je?
Wat is er gebeurd?
Wie is er gewond?


Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Slide 11 - Vidéo

Waar staat de afkorting EHBO voor?
A
Eerst helpen, blijf kalm.
B
Eerste hulp bij onder uitgaan.
C
Eerste hulp bij oproepen.
D
Eerste hulp bij ongevallen.

Slide 12 - Quiz

Er zijn vier stappen in de ehbo:
a. alarmeren, b. ehbo verlenen,
c. veiligheid, d. slachtoffer.
Wat is de juiste volgorde?
A
a - b - c - d
B
a - b - d - c
C
c - d - a - b
D
c - d - b - a

Slide 13 - Quiz

Wie verleent EHBO?
A
Iedereen
B
De dokters in het ziekenhuis
C
Politie, brandweer en ambulance
D
Alleen mensen met een EHBO-diploma

Slide 14 - Quiz

EHBO koffer

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Lien

Slide 18 - Vidéo

Slide 19 - Vidéo

Wat doe je?
A
Laat de wonde aan de lucht drogen.
B
Leg een verband op de wonde.
C
Ontsmet de wonde met een ontsmettingsmiddel
D
Reinig met zeep en een washandje.

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Vidéo

Wat doe je?
A
Alarmeer 112. Test de alertheid van het slachtoffer.
B
Leg het slachtoffer op de grond.
C
Geef het slachtoffer een glas water.
D
Begin onmiddellijk met reanimatie.

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Vidéo

Wat doe je?
A
Vraag het slachtoffer om de pols te bewegen. Zo test je of dit nog lukt.
B
Leg een draagdoek aan om steun te geven. Koel met ijs.
C
Alarmeer onmiddellijk 112.
D
Beweeg de pols van het slachtoffer op en neer om functies te testen.

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Vidéo

Wat doe je?
A
Koel de brandwonde af met water tot de pijn verzacht.
B
Ontsmet de brandwonde met een ontsmettingsmiddel.
C
Smeer een verkoelende zalf, boter of tandpasta op de wond.
D
Wrijf over de wonde met een ijsblokje.

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Vidéo

Wat doe je?
A
Ontsmet de wonde met een ontsmettingsmiddel.
B
Laat het slachtoffer op de wonde drukken met een drukverband.
C
Leg ijs op de wonde. Dit zal de bloeding stelpen.
D
Laat de wonde bloeden tot de bloeding vanzelf stopt.

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Vidéo

Wat doe je?
A
Begin onmiddellijk met reanimatie.
B
Geef het slachtoffer een glas water.
C
Sla op de wangen van het slachtoffer.
D
Bel onmiddellijk 112.

Slide 30 - Quiz

Mitella aanleggen
Wanneer doe je dat?
Ander woord?
Wat voor soort verband is het?

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Vidéo

Oefenen knieverband aanleggen

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Vidéo

Slide 35 - Vidéo

snelverband

Met een snelverband dek je snel een grote wond af. Het is een steriel verband in een verpakking, gemaakt van gaas met hydrofiel materiaal en twee hydrofiele zwachtels.

Slide 36 - Diapositive

Snelverband

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Vidéo

0

Slide 39 - Vidéo

Oefen met 1 van je ouders / broer / zus/ verzorger de stabiele zijligging

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Vidéo

Plak nu zelf ook zo een pleister op een vinger. Maak er een foto van en voeg deze toe.

Slide 42 - Question ouverte