present continuous

present continuous
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

present continuous

Slide 1 - Diapositive

Doel
  • Aan het einde van de les weet ik wat de present continuous is. 
  • Aan het einde van de les kan ik de present continuous gebruiken. 

Slide 2 - Diapositive

What are we going to do?
  • warming up
  • uitleg: present continuous
  • exercise
  • woordjes: blooket

Slide 3 - Diapositive

Wat weet je nog over de present continuous?

Slide 4 - Carte mentale

Present continuous
Wanneer gebruik je de present continuous?
  • Als iets nu of op dit moment bezig is. 

Hoe maak je the present continuous
  •  Een vorm van to be (am/are/is) + werkwoord + -ing
Bijvoorbeeld:
I am watching tv right now. 
Mum is watching tv again. 
we are watching tv at the moment. 

Hoe maak je een vraagzin met Present continuous?
  • am/are/is + onderwerp + werkwoord + ing
er kunnen signaalwoorden in de zin staan zoals, at the moment, right now, currently. 

I am
he is
she is
it is
you are
we are
they are

Slide 5 - Diapositive

uitzonderingen
  • werkwoorden die eindigen op -e daar verdwijnt de -e en plak je -ing erachter
have --> having
give --> giving

  •  Woorden die eindigen op -c krijgen een k erbij voor -ing
panic --> panicking

  • werkwoorden die kort zijn, één klinker voor zich hebben en waarbij maar 1 klemtoon mogelijk is verdubbel je de medeklinkers voor -ing
swap --> swapping
stop --> stopping
Dit geldt niet voor woorden die eindigen op -y

  • werkwoorden die eindigen op l, met één klinker ervoor, verdubbel je de l
travel --> travelling


Slide 6 - Diapositive

voorbeeld
+
I am watching tv right now. 
+
Mum is watching tv at the moment. 
-
I'm not watching tv right now. 
-
They aren't watching tv tonight. 
?
Is Layla watching tv right now. 
?
Are  they watching tv tonight. 

Slide 7 - Diapositive

I ____ (read) a book right now.

Slide 8 - Question ouverte

They ____ (play) football in the park

Slide 9 - Question ouverte

She ___ (cook) dinner for her family at the moment.

Slide 10 - Question ouverte

He ____ (watch) a movie at the cinema.

Slide 11 - Question ouverte

We ___ (study) English for our exam.

Slide 12 - Question ouverte

werkblad
Maak de oefeningen op het werkblad. 

dit onderdeel komt in de toets. 
timer
10:00
klaar?
woordjes oefenen voor de blooket

Slide 13 - Diapositive

Huiswerk
  • Link onderzoek voor mijn school

Slide 14 - Diapositive