Deze les herhaal je de vierde naamval en leer je de derde naamval. Je krijgt uitleg en maakt verschillende opdrachten.
Snap je iets niet, steek dan je vinger op, dan kan de docent je komen helpen.
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
De 3e en 4e naamval
Deze les herhaal je de vierde naamval en leer je de derde naamval. Je krijgt uitleg en maakt verschillende opdrachten.
Snap je iets niet, steek dan je vinger op, dan kan de docent je komen helpen.
Slide 1 - Diapositive
Lernziele
Aan het einde van de les .....
ken ik de belangrijkste Duitse voorzetsels voor de derde en vierde naamval.
kan ik de 1e, 3e en 4e naamval in een zin herkennen.
kan ik de derde en vierde naamval gebruiken in een zin.
Slide 2 - Diapositive
Wat weet je nog over? Naamvallen
Slide 3 - Carte mentale
Hoe heet de 1e naamval in het Nederlands?
A
meewerkend voorwerp
B
lijdend voorwerp
C
persoonsvorm
D
onderwerp
Slide 4 - Quiz
Hoe heet de vierde naamval in het Nederlands?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
persoonsvorm
Slide 5 - Quiz
Hieronder vind je de voorzetsels van de vierde naamval. Als een van deze voorzetsels in de zin staat, staat het zinsdeel erachter altijd in de vierde naamval. Het is belangrijk dat je de betekenis van de voorzetsels kent. Verbind het Duitse voorzetsel met de Nederlandse betekenis.
durch
für
gegen
ohne
um
door
voor
tegen
zonder
om
Slide 6 - Question de remorquage
Uitleg 1e en 4e naamval
In de volgende dia vind je een uitlegvideo over de 1e en 4e naamval. Je kunt er zelf voor kiezen om deze video te kijken of over te slaan. Heb je na de video vragen, dan kun je altijd een vinger opsteken. De docent komt dan bij je langs.
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Vidéo
Wat is het onderwerp in deze zin? Wir haben gestern ein Eis gegessen.
A
ein Eis
B
gestern
C
wir
D
haben
Slide 9 - Quiz
Wat is het lijdend voorwerp in deze zin? Wir haben gestern ein Eis gegessen.
A
ein Eis
B
gestern
C
wir
D
haben
Slide 10 - Quiz
Wat is de 1e naamval in deze zin? Meine Eltern haben einen Hund gekauft.
A
Meine Eltern
B
einen Hund
C
haben
D
gekauft
Slide 11 - Quiz
Wat is de 4e naamval in deze zin? Meine Eltern haben einen Hund gekauft.
A
Meine Eltern
B
einen Hund
C
haben
D
gekauft
Slide 12 - Quiz
De vierde naamval oefenen
In de volgende dia's ga je de vierde naamval oefenen en herhalen.
Neem bladzijde 13 in je boek erbij. Hier staan de der-gruppe en ein-gruppe. Ook staat de uitleg hier nog een keer als je deze nog een keer wil doorlezen.
Slide 13 - Diapositive
Für ............ Schwester.
A
mein
B
meine
C
meinen
Slide 14 - Quiz
Gegen ............. Bruder.
A
deinen
B
dein
C
deine
Slide 15 - Quiz
Ohne ............ Vater.
A
der
B
die
C
den
D
das
Slide 16 - Quiz
Durch ......... Schule (v).
A
der
B
die
C
den
D
das
Slide 17 - Quiz
Sie will lieber ohne mein..... Vater Schuhe kaufen gehen.
Slide 18 - Question ouverte
Für d.......... Verein (m) ist dieses Spiel sehr wichtig.
Slide 19 - Question ouverte
Sie gewinnt oft gegen ........ Vater.
Slide 20 - Question ouverte
Sie macht sich sorgen um ihr...... Mutter.
Slide 21 - Question ouverte
Wenn sie gegen mein...... Freundin verliert, findet meine Schwester das Blöd.
Slide 22 - Question ouverte
Es gibt einfach keine Lösung für d..... Problem (o).
Slide 23 - Question ouverte
Uitleg voorzetsels derde naamval
Neem bladzijde 62 en 63 in je boek erbij. Hier staat de uitleg over de voorzetsels met de derde naamval.
Als je het begrijpt, mag je verder naar de volgende dia. Snap je het niet, stel dan je vragen.
Slide 24 - Diapositive
Oefenen voorzetsels derde naamval
Maak opdracht 9, 10 en 11. Ben je klaar, laat je werk dan controleren door de docent.
Heeft de docent je werk goedgekeurd, dan mag je verder met de volgende dia.
Slide 25 - Diapositive
Heeft de Lessonup je geholpen de vierde naamval te herhalen?
Ja
Nee
Gedeeltelijk
Slide 26 - Sondage
Heeft de lessonup je geholpen de voorzetsels van de derde naamval te begrijpen?
ja
nee
gedeeltelijk
Slide 27 - Sondage
Hoe vond je het om te werken met lessonup voor de uitleg van grammatica?
😒🙁😐🙂😃
Slide 28 - Sondage
Klaar?
Ben je klaar en begrijp je alles. Dan mag je in de volgende dia naar de website gaan.
Hier staat een tekst met vragen over Berlijn. Lees de tekst en maak de vragen. Ben je klaar? Laat je werk dan controleren door de docent.