7 juni3 hv H6 Lezen - Functiewoorden (2)

klas 3 - 7 juni
oefentoets maken en nabespreken
korte docu met opdrachten


1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

klas 3 - 7 juni
oefentoets maken en nabespreken
korte docu met opdrachten


Slide 1 - Diapositive

Even opfrissen
Een functiewoord zegt iets over een tekstgedeelte. Het geeft dus aan wat de 'taak' is van een tekstgedeelte ten op zichte van een ander tekstgedeelte.
Het woord komt zelf meestal niet in de tekst voor.

Slide 2 - Diapositive

Functiewoorden hoofdstuk 5
In het vorige hoofdstuk heb je voornamelijk geoefend met de functiewoorden 
havo: aanbeveling, aanleiding, constatering, probleemstelling, uitwerking en verklaring.
vwo: aanbeveling, probleemstelling, tegenwerping, uitwerking, verklaring en weerlegging.

Slide 3 - Diapositive

havo: Functiewoorden hoofdstuk 6 
In het dit hoofdstuk ga je oefenen met de volgende functiewoorden:
  • Afweging = Nadenken over wat het beste is.
  • Anekdote = verhaaltje dat de schrijver vertelt als illustratie bij het onderwerp van de tekst.
  • Definitie = samenvattende omschrijving 
  • Nuancering = Het verduidelijken van iets door meer details te geven en/of de mening iets minder scherp te maken.
  • Tegenwerping =Jouw opvatting over iets stellen tegenover de mening van een ander. Het kan ook een argument zijn tegen een eerder gegeven mening. 
  • Vraagstelling = Aan het eind van de inleiding vind je meestal een vraagstelling, De schrijver geeft aan op welke hoofdvraag hij een antwoord zal geven.

Slide 4 - Diapositive

vwo: Functiewoorden hoofdstuk 6 
In het dit hoofdstuk ga je oefenen met de volgende functiewoorden:
  • Aanleiding = Een actuele gebeurtenis gebruiken om de tekst aan op te hangen.
  • Afweging = Nadenken over wat het beste is.
  • Anekdote = Verhaaltje als illustratie bij het onderwerp van de tekst.
  • Constatering =  De schrijver stelt een feit of verschijnsel vast, hij doet een bepaalde waarneming. Soms beschrijft hij het verschijnsel ook.
  • Nuancering = Het verduidelijken van iets door meer details te geven en/of de mening iets minder scherp te maken.
  • Vraagstelling = Aan het eind van de inleiding vind je meestal een vraagstelling, De schrijver geeft aan op welke hoofdvraag hij een antwoord zal geven.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

De eerste alinea van een tekst kan onder verschillende functies hebben. Welke functie heeft de eerste alinea van de tekst hiernaast? (klik om in te zoomen)
A
Het onderwerp introduceren
B
Het uitspreken van een verwachting
C
De aanleiding voor het schrijven van de tekst noemen
D
Het aanduiden van de probleemstelling

Slide 15 - Quiz



Welke functie heeft alinea 3 ten opzichte van alinea 2? (klik om in te zoomen)
A
gevolg
B
samenvatting
C
voorbeeld
D
uitwerking

Slide 16 - Quiz

Voordat jullie aan de slag gaan
nog even een paar controlevragen.

Slide 17 - Diapositive


Hoe geeft de schrijver tekstverbanden aan?
A
Functiewoorden
B
Doewoorden
C
Signaalwoorden
D
Niet

Slide 18 - Quiz


Wat is een verschil tussen een signaalwoord en een functiewoord?
A
functiewoord geeft een verband aan, signaalwoord niet
B
functiewoord staat niet altijd in de tekst, signaalwoord wel
C
er is geen verschil
D
er zijn veel minder functiewoorden dan signaalwoorden

Slide 19 - Quiz


Wat doen functiewoorden?
A
Die geven aan wat een schrijver wil doen met een alinea.
B
Die geven aan wat de betekenis is van de alinea.
C
Die geven aan wat de schrijver bedoelt.
D
Die geven aan waar je belangrijke informatie kan vinden.

Slide 20 - Quiz

"stelling", "argumenten", "tegenargumenten", "aanbeveling" en "samenvatting" zijn voorbeelden van....
A
signaalwoorden
B
verbindingswoorden
C
kernwoorden
D
functiewoorden

Slide 21 - Quiz

nakijken opdracht 2

Slide 22 - Diapositive

tekst 7
'Is kennis niet een beetje achterhaald?'

Slide 23 - Diapositive