4.4 ordening: planten en dieren

Thema 4 Ordening
4.3 Planten en dieren
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema 4 Ordening
4.3 Planten en dieren

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen vandaag
BS 4.3
Je kunt planten indelen door te kijken naar de bouw en de manier van voortplanten

Je kunt dieren indelen door te kijken naar de symmetrie en het skelet. 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Wieren hebben geen wortels, stengels, bloemen en bladeren.
Ze hebben wortels, stengels en bladeren (mossen hebben geen echte wortels).

bedektzadigen of naaktzadigen

Slide 4 - Diapositive

Wieren
Wieren kunnen eencellig of meercellig zijn.

Wieren worden ook wel algen genoemd.

Wieren hebben geen wortels, stengels, bloemen en bladeren.

Eencellige wieren planten zich voort door deling.
Meercellige wieren planten zich voort met sporen.

Slide 5 - Diapositive

Sporenplanten
Mossen, varens en paardenstaarten zijn sporenplanten.

Ze hebben wortels, stengels en bladeren (mossen hebben geen echte wortels).

De sporen van mossen ontstaan in sporendoosjes die op steeltjes boven de mosplanten uitsteken.

De sporen van varens ontstaan in sporenhoopjes. Deze zitten aan de onderkant van bladeren.

Paardenstaarten hebben sporenvormende orgaantjes, deze maken de sporen en verspreiden ze ook.

Slide 6 - Diapositive

Zaadplanten
Zaadplanten planten zich voort door middel van zaden.


De groep van de zaadplanten wordt verder ingedeeld in bedektzadigen of naaktzadigen.


Bedektzadige planten vormen bloemen.
De zaden liggen in vruchten.

Bij naaktzadige planten liggen de zaden onbedekt ('naakt') tussen de schubben van een kegel.

Slide 7 - Diapositive

Rijk van de dieren

Slide 8 - Diapositive

Indelen van de dieren

wanneer dieren worden ingedeeld wordt er gekeken naar:
- symmetrie
- skelet

Slide 9 - Diapositive

Indeling Dierenrijk
7 Stammen:

Iedere stam heeft specifieke kenmerken om de dieren in te delen.
Je let op het skelet en de symmetrie

Slide 10 - Diapositive

vragen
VRAGEN? 

Slide 11 - Diapositive

Wieren hebben:
A
Stengels en bladeren
B
Wortels en bladeren
C
Alleen een stengel
D
geen van allen

Slide 12 - Quiz

Wortels
Ja
Nee
Ja
Stengels
Ja
Nee
Ja
Bladeren
Ja
Nee
Ja
Bloemen
Nee
Nee
Ja
Sleep de verschillende stammen naar de goede plek
Wieren
Sporenplanten
Zaadplanten

Slide 13 - Question de remorquage

Welke celkenmerken heeft dit organisme?
celwand
celmembraan
celkern 
bladgroen korrels

Slide 14 - Question de remorquage

Schimmels hebben:
A
wel een celwand geen celkern wel bladgroenkorrels
B
wel een celwand wel een celkern geen bladgroenkorrels
C
geen celwand geen celkern wel bladgroenkorrels
D
wel een celwand geen celkern geen bladgroenkorrels

Slide 15 - Quiz

Hoe vermeerderen bacteriën zich?
A
Door sporen
B
Door deling
C
Door toxinen
D
Door geslachtelijke voortplanting

Slide 16 - Quiz

Hoe kan een schimmel zich voortplanten
A
zaden
B
sporen
C
celdeling

Slide 17 - Quiz

Zaadplant
Sporenplant

Slide 18 - Question de remorquage

Bacterien
Planten
zaadplanten
sporenplanten
A
B
C
D

Slide 19 - Question de remorquage

Wat hebben bacteriën niet?
A
Celwand
B
Bladgroenkorrels
C
Celkern
D
Celplasma

Slide 20 - Quiz

Bacteriën zijn....
A
eencellig
B
meercellig
C
eencellig en meercellig

Slide 21 - Quiz

Welke groep dieren behoort tot de geleedpotigen?
A
Hogere kreeftachtigen
B
Beenvissen
C
Reptielen
D
Neteldieren

Slide 22 - Quiz

Slakken en mosselen behoren beide tot de weekdieren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz


Wat is waar?
A
Alle sporenplanten hebben sporenhoopjes
B
Alle sporenplanten hebben sporendoosjes
C
Alle sporenplanten planten zich voort met sporen
D
Alle sporenplanten hebben bloemen

Slide 24 - Quiz

Wat zijn schimmels en bacteriën?
A
Producenten
B
Consumenten
C
Reducenten

Slide 25 - Quiz

Neteldier
Schimmels
Geleedpotigen
Stekelhuidigen
Zaadplanten
Gewervelden
Sporenplant

Slide 26 - Question de remorquage

Tegen welke schadelijk organismen worden antibiotica zoals penicilline gebruikt?
A
tegen schadelijke bacteriën
B
tegen schadelijke dieren
C
tegen schadelijke planten
D
tegen schadelijke schimmels

Slide 27 - Quiz

Aan de slag!
Wat?
Maak van basisstof 4   1 t/m 8
Hulp nodig?
Check je boek rechts onder in je scherm
Tijd:
5 min in stilte
Klaar?
oefenen op biologiepagina.nl
timer
5:00
Aan de slag! Ordening

Slide 28 - Diapositive