Köppensysteem

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Köppen classificatie 

                                                                                                                                                                                                                                   27-5-2024

Waar denk je aan bij het woord 'klimaten'?

2536 - 0476

Pak je telefoon erbij!

Als de QR-code niet werkt, ga naar de site:

https://www.menti.com

en vul de code in!

Leerdoelen:

1. Je kent de hoofdgroepen van het Köppensysteem.

2. Je kunt een klimaatgrafiek aflezen en bepalen welke klimaat het is.

3. Je herkent het landschap bij de bijbehorende klimaat

A-klimaat - Tropische klimaat

- Tropisch regenwoud (heel het jaar door neerslag

- Savanne (aantal maanden droog)

- Het is er ALTIJD warmer dan 18 graden Celsius.

B-klimaat - droge klimaat

- Gebaseerd op neerslag

- 0-250 mm = woestijn (BW)

- 250-500mm = steppe (BS)

C-klimaat - gematigde (zee)klimaten

- Gematigde zeeklimaat

- Middellandse zeeklimaat

- Chinaklimaat

- Zomer warmer dan 10 graden Celsius, winter gemiddeld NIET kouder dan -3 graden Celsius

D-klimaat - landklimaat

- Zomers warmer dan 10 graden Celsius, winters WEL gemiddeld kouder dan -3 graden Celsius.

E-klimaat - polaire klimaten 

- toendra

- vorstklimaat

- hooggebergte

- Het is heel het jaar door kouder dan 10 graden Celsius.

kleine letters Köppen

De klimaten A,C en D krijgen de letters f, s of w.

f, s, w --> geeft aan wanneer er een droge periode is.

f= er is geen droge periode (heel het jaar door ''evenveel'' neerslag)

s= droge periode in de warmste periode

w= droge periode in de koudste periode

Hoe lees je een klimaatgrafiek?

Balkjes = neerslag

Lijn = temp.

Stappenplan

1. Wordt het warmer dan 10 graden Celsius?

Nee --> volgende stap!

Ja --> E --> Komt de temperatuur boven de 0 graden Celsius?

2. Valt er voldoende neerslag? ( 500mm < = droogte)

Ja --> Volgende stap!

Nee --> 0-250 mm = BW

               250-500 mm = BS

3. Wat is de hoogste temp?

4. Wat is de koudste temp?

5. Is er een droge periode?

ja

nee

-->

toendra

--> hooggebergte

of vorst.

oefenen

1. wordt het warmer dan 10 graden Celsius? Ja --> vraag 2.

2. Valt er voldoende neerslag? Ja --> volgende vraag

3. Wat is de hoogste temp? 18 graden Celsius

4. Wat is de koudste temp? 3/4 graden Celsius (hierdoor weet je dat het een C klimaat is)

5. Is er een droge periode? Nee --> f

Cf klimaat!

--> Het is een C klimaat, omdat het winters gemiddeld niet onder de -3 graden Celsius komt!

(Om erachter te komen welke klimaat het is, moet je dus de kenmerken van eerder gebruiken EN de stappenplan!)

oefenen

1. Wordt het warmer dan 10 graden Celsius? Ja --> volgende stap.

2. Valt er voldoende neerslag? Ja --> volgende stap

3. Wat is de hoogste temperatuur? 27 graden Celsius

4. Wat is de laagste temperatuur? 25 graden Celsius

5. Is er een droge periode? Nee --> f

Af klimaat!

A klimaat, waarom? Omdat het heel het jaar door warmer dan 18 graden Celsius is!

oefenen

1. Wordt het warmer dan 10 graden Celsius? Ja --> volgende stap

2. Valt er voldoende neerslag? Nee? 

Hoeveel neerslag valt er? 140 mm, dus? --> 

Woestijn klimaat, oftewel een BW!

oefenen

wat: werkblad uitvoeren

Met wie: met de persoon naast je

Hoe: stappenplan gebruiken

Hulp: eerste 5 minuten alleen, als je er daarna niet uitkomt, bij de docent.

Tijd: 15 minuten

Uitkomst: je kunt klimaatgrafieken aflezen!

KAHOOT!

Pin: 248 5972

Volgende les:

- Lees hoofdstuk 3.2 en maak de bijbehorende opdrachten!

Deze gaan we klassikaal nakijken!