1.1 Fictie

wat gaan we doen?
  • voorstellen
  • afspraken
  • opbouw boek doornemen
  • begin maken met de lessen

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

wat gaan we doen?
  • voorstellen
  • afspraken
  • opbouw boek doornemen
  • begin maken met de lessen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

afspraken
  • Mobiel in telefoontas
  • Alleen laptop, boek en etui op tafel
  • HW Cijfer
  • Schrift/map met tabbladen en papier
  • Tegel in Teams
  • Vragen: steek je vinger op
  • Toilet: Na de les

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

opbouw van het boek

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

betekenis symbolen

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fictie 1.1
  • uitleg fictie & non-fictie
  • uitleg realistische en
    niet-realistisch fictie
  • samen eerste vragen en tekst
  • zelfstandig werken

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fictie 1.1 Fictie en non-fictie 
Leerdoelen

In deze paragraaf leer je:

  • wat het verschil tussen fictie en non-fictie is.
  • wat het verschil is tussen realistische en
    niet-realistische fictie is.

Slide 6 - Diapositive


fictie speelt zich af in de fantasie van de maker van de teksten of beelden

nonfictie informatieve teksten of beelden aangeduid, die hoofdzakelijk op de werkelijkheid betrekking hebben

realistische fictie hierbij kan een verhaal/film echt gebeurt zijn

niet-realistische fictie ebeurtenissen die onmogelijk in het echte leven kunnen voorkomen,


Fictie 1.1 Fictie en non-fictie
Alles wat verzonnen is noemen we fictie

Bijvoorbeeld: leesboeken, stripverhalen, films, series, toneelstukken en gedichten.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fictie 1.1 voorbeelden

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fictie 1.1 Fictie en non-fictie
Alles wat niet verzonnen is, noemen we non-fictie.

Bijvoorbeeld: 
Schoolboeken, nieuwsberichten, kookboeken, handleidingen, krantenberichten, een informatie boek, het journaal, een documentaire of reality-programma.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fictie 1.1 voorbeelden

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fictie 1.1
  • Samen lezen tekst Hoor ik daar een geluidje? (pagina 9)
  • Maken 4, 5 en 6

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fictie 1.1 realistisch en niet-realistische fictie
Fictie die 'net echt echt is' noemen we realitische fictie.
Bijvoorbeeld: films of boeken over de oorlog, of over een straatbende.
Het verhaal is verzonnen, maar het zou zo gebeurd kunnen zijn.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fictie 1.1 realistisch en niet-realistische fictie
Fictie die niet waar kan zijn noemen we niet-realitische fictie.
Bijvoorbeeld: films of boeken over sprookjes of fantasy

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fictie 1.1

  •  lezen tekst niet kijken, niet lachen ( pagina 11)
  • Maken 7

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fictie 1.1
Huiswerk:
  •  lezen tekst Bij Robin Thuis       (pagina 12)
  • Maken 8 en 9

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions