C3 U2: Perfecto/Indefinido/Imperfecto

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Verleden tijden

- Je kent al 3 verleden tijden: 

De perfecto / imperfecto / indefinido 

- Dit jaar gaan we leren over het gebruik van de verschillende tijden. Want wanneer moet je nu welke tijd gaan gebruiken?

- In dit hoofdstuk focussen op de indefinido (heeft de meeste onregelmatige werkwoorden)

- aan het eind van de les/hoofdstuk weet je de indefinido te vervoegen en wanneer het gebruikt wordt (je kent de signaalwoorden)

weet je nog de uitgangen van de indefinido? (regelmatig)

Vervoeg HABLAR, COMER, VIVIR in de indefinido

Er zijn heel veel onregelmatige indefinidos

Er zijn twee werkwoorden die geheel onregelmatig zijn:

Ir/ser: fui, fuiste, fue, fuimos, fuisteis, fueron.

¡OJO! De vervoegingen van de werkwoorden ‘ir’ en ‘ser’ zijn in de indefinido hetzelfde. ‘fui’ kan dan ‘ik ging’ , maar ook ‘ik was’ betekenen.

Onregelmatige ww indefinido

Voor TW1 moet je de volgende onregelmatige ww in de indefinido weten:

ir / ser / estar / tener / hacer / leer / querer / decir

(let op: je kent ook de vertaling!)

Vergeet niet de Wedekerende werkwoorden:

 

Ducharse: 

me duché, te duchaste, se duchó…

Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in de indefinido in: Ayer yo (hablar) con mis abuelos.

1. hablé
2. hablaste
3. habló
4. hablamos

Tú (comer) pizza ayer, ¿verdad?

1. comí
2. comiste
3. comió
4. comimos

Del 2015 al 2019 Juan (vivir) en Madrid.

1. viví
2. viviste
3. vivió
4. vivimos

La semana pasada nosotros (visitar) a los abuelos.

1. visité
2. visitaste
3. visitó
4. visitamos

La semana pasada vosotros (ir) a casa de los abuelos.

1. fui
2. fuiste
3. fue
4. fuisteis

Hola chicos, (aprender) español en las vacaciones pasadas?

1. aprendí
2. aprendió
3. aprendimos
4. aprendisteis

Ayer mis amigos (escribir) muchos mensajes por WhastApp.

1. escribió
2. escribimos
3. escribisteis
4. escribieron

INDEFINIDO 

De indefinido wordt gebruikt voor gebeurtenissen die op een bepaald moment in het verleden plaatsvonden. Deze gebeurtenissen/acties zijn afgesloten en hebben voor de spreker geen verband met het heden. 

Ayer hablé con mi abuelo sobre las clases en línea. 

Gisteren praatte ik met mijn opa over de online lessen. 

Ik heb gisteren met mijn opa over de online lessen gesproken. 

Indefinido (signaalwoorden)

ayer, anteayer, anoche

la semana pasada

el año/mes/verano pasado

el otro día, el lunes, el martes

hace 1,2,3 día(s) /semana(s)

en 1946, el 14 de febrero (datum)

en marzo... navidades...

aquel día, aquel invierno, desde 1995 hasta 1998, 

de repente, cuando, 

el/la último/a día/tarde...

Leer de vertaling van de signaalwoorden!

DEZE TIJD HEEFT EEN DUIDELIJK BEGIN EN EIND!

gisteren

in 2002

afgelopen/vorige week

de laatste keer

drie jaar geleden

Ayer 

la última vez

Hace tres años

la semana pasada

En 2002

Oefenen met de verleden tijden

Vervoegingen: verbuga.eu

Oefeningen met indefinido::

https://www.todo-claro.com/castellano/intermedio/gramatica/Los_pasados/Seite_7.php (indefinido reg &onreg)

https://www.todo-claro.com/castellano/intermedio/gramatica/Los_pasados/Seite_10.php (indefinido onreg.)

https://www.todo-claro.com/castellano/intermedio/gramatica/Los_pasados/Seite_9.php (indefinido onreg.)