7. hoorcollege 3.3 ZW aan opdracht 1

3.2 Het christendom in Europa
3.2 Het christendom in Europa - les 1
1. Je kunt uitleggen waardoor het christendom na het einde van het west- Romeinse Rijk een terugval doormaakte.
2. Je kunt beschrijven hoe het christendom zich in de vroege middeleeuwen over Europa verspreidde.
3. Je kent het belang van de overgang van Clovis naar het christendom.
4. Je begrijpt het wederzijds belang dat geestelijken en vorsten hadden bij samenwerking.
5. Je kunt d erol van klooster beschrijven op het gebied van wetenschap en cultuur.
KA
12. De verspreiding van het christendom in geheel Europa.
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

3.2 Het christendom in Europa
3.2 Het christendom in Europa - les 1
1. Je kunt uitleggen waardoor het christendom na het einde van het west- Romeinse Rijk een terugval doormaakte.
2. Je kunt beschrijven hoe het christendom zich in de vroege middeleeuwen over Europa verspreidde.
3. Je kent het belang van de overgang van Clovis naar het christendom.
4. Je begrijpt het wederzijds belang dat geestelijken en vorsten hadden bij samenwerking.
5. Je kunt d erol van klooster beschrijven op het gebied van wetenschap en cultuur.
KA
12. De verspreiding van het christendom in geheel Europa.

Slide 1 - Diapositive

3.2 Het christendom in Europa
De bekering van de Franken
Ten tijde van het R.R. houden Germaanse stammen naast het christendom ook vast aan hun eigen religieuze gewoontes.

Het christendom verliest na de val van het R.R. terrein.

496 - Clovis koning der Franken laat zich dopen en sluit zich aan bij de belangrijkste stroming van het christendom, dit levert hem de steun op van veel machtige bisschoppen. Hij verovert heel Gallië en de Franken moeten verplicht christen worden.

Het christendom gaat zich nu verspreiden over Europa.

Slide 2 - Diapositive

Christendom 300 - 500
Christendom rond 1300

Slide 3 - Diapositive

3.2 Het christendom in Europa
De verspreiding van het christendom
De koningen beschermden de geestelijken en de geestelijk ondersteunden de koning.              win-win situatie:

- De koning beschermde de geestelijke met wetgeving en het zwaard, maar ze gaven ook grond en andere goederen aan kerken en kloosters.
- Geestelijken konden schrijven en waren nuttig bij het bestuur. De Kerk benadrukte dat koningen door God waren aangesteld. 

De kerk versterkte de machtspositie van de koning.

Missionarissen verspreidde het christendom verder door Europa, vaak onder bedreiging van geweld.

Slide 4 - Diapositive

Koning en de kerk
  • Wat geeft koning:
    veiligheid en macht
  • Wat geeft kerk: 
    -bureaucratische hulp                        -Legitimatie macht: koning aangesteld door God.

Slide 5 - Diapositive

Bekering van Europa
  • Vanaf 600 missionarissen
  • Anders geweld
  • Hele bekende in Nederland: Bonifatius

Slide 6 - Diapositive

3.2 Het christendom in Europa
Het kloosterleven
Monniken en nonnen zonderden zich af van de wereld om zich aan God te wijden. Vaak volgens een kloosterregel (leefregels).

Kloosters werden vaak rijk door alle giften die zij van koningen ontvingen, ze hadden uitgestrekte domeinen die bewerkt werden door horigen.

Door studie van de bijbel en boeken uit de oudheid vergaarden zij veel kennis.

Slide 7 - Diapositive

Organisatie kerk
Kloosters:
  • Leven voor God 
  • Leven naar één regel
  • Vaak die van Benedictus
  • Kloosters werden een centrum van wetenschappen zoals filosofie en geschiedschrijving

Slide 8 - Diapositive

De Middeleeuwen
Tijdvak 3 Tijd  van monniken en ridders
500-1000

3.3 Een nieuw geloof: de islam

Slide 9 - Diapositive

Tijd van monniken en ridders (500 - 1000)
In het wit zie je een helm, zoals ridders die droegen. Op de achtergrond zie je een deel van een klooster. Ridderschap en de christelijke kerk horen bij de Tijd van monniken en ridders.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 10 - Diapositive

Kenmerkende aspecten
9. Het ontstaan en de verspreiding van de islam
10. De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid.
11. Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur.
12. De verspreiding van het christendom in geheel Europa.
Leer ze uit je hoofd!

Slide 11 - Diapositive

3.3 Een nieuw geloof: de islam

Slide 12 - Diapositive

3.3 Een nieuw geloof: de islam
3.3 Een nieuw geloof: de islam
1. Je weet waar en wanneer de islam is ontstaan en kunt de belangrijkste overeenkomsten tussen de islam, het jodendom en het christendom aangeven.
2. Je kunt de verspreiding van de islam beschrijven en je kent de belangrijkste factoren die daar aan bijdroegen.
3. Je kunt de snelheid van de Arabische veroveringen verklaren en de oorzaken noemen waardoor ze tot stilstand kwamen.
4. Je kunt de ontwikkeling van de cultuur en wetenschap in Arabische gebieden beschrijven en verklaren.
KA
9. Het ontstaan en de verspreiding van de islam.

Slide 13 - Diapositive

3.3 Een nieuw geloof: de islam
Een nieuw geloof
De koopman uit Mekka, raakte ervan overtuigd dat er maar één god was en niet meerdere. Hij zag zichzelf als een profeet van Allah.

Hij verspreidde de openbaringen die hij van Allah had gehad. 

622 Mohammed ontvlucht Mekka, omdat de inwoners niet blij waren met wat hij verkondigde, ze vreesden voor hun inkomsten van alle pelgrims die naar de Kaäba kwamen.

Na een paar jaar keert Mohammed terug met een leger volgelingen en verovert Mekka en maakt van de Kaäba een heiligdom voor Allah. Mohammed sterft in 632.

Slide 14 - Diapositive

Tijdlijn

Slide 15 - Diapositive

3.3 Een nieuw geloof: de islam
De verspreiding van de islam
De verspreiding van de islam is een heilige oorlog Jihad.

Doordat Arabische stammen onderling elkaar aanvielen ging het eerst niet snel, maar eenmaal verenigd onder de islam veroverden zij grote gebieden in Noord-Afrika en richting het Midden-Oosten.

De moslims trokken bij Gibraltar ook Europa in, maar werden in 732 bij Poitiers tot stilstand gebracht door Karel Martel. (opa van Karel de Grote)

Ook het Byzantijnse Rijk hield de opmars van de islam tegen bij Constantinopel.


Slide 16 - Diapositive

Verspreiding islam rond 800

Slide 17 - Diapositive

Christendom versus islam

Slide 18 - Diapositive

3.3 Een nieuw geloof: de islam
De bekering van niet-Arabische volken.
polytheïstisch volken moesten zich bekeren tot de islam, maar joden en christenen hoefden dat niet zolang zij gehoorzaamden aan de islamitische heersers. Er waren veel overeenkomsten tussen deze drie religies.

Joden en christenen betaalden extra belastingen en waren tweederangs burgers.

De islam verspreidde zich echt niet alleen door verovering, maar ook door handelscontacten bekeerden veel volken over tot de islam.

Slide 19 - Diapositive

Omgang andere geloven
In de achtste eeuw zou er een overeenkomst op schrift zijn gesteld tussen christenen en moslims in de door moslims beheerste gebieden:
Wij christenen:
  • Wij zullen onze godsdienst niet openlijk beoefenen noch iemand ertoe bekeren.
  • Wij zullen niemand van onze familie verhinderen tot de islam over te gaan als hij dat wenst.
  • Wij zullen moslims respect tonen en van onze zitplaats opstaan als zij wensen te zitten.
  • Wij zullen niet spreken wanneer zij spreken, noch zullen wij hun eervolle namen dragen.
  • Wij zullen in onze kerken alleen heel zachtjes klappen.
  • Wij zullen onze doden niet dicht bij de moslims begraven.
  • Wij zullen geen slaven nemen die aan de moslims zijn toegewezen.
  • Wij zullen onze huizen niet hoger maken dan die van de moslims.

Slide 20 - Diapositive

Geef bij de afspraken op de vorige slide een voorbeeld van continuïteit en van discontinuïteit t.o.v. eerder in het verleden

Slide 21 - Question ouverte

Accepteren gezag, extra belasting, geen onrust veroorzaken en behoud eigen geloof. Waar lijkt dit op?

Slide 22 - Question ouverte

3.3 Een nieuw geloof: de islam
Bloei van cultuur en wetenschap.
De meeste onderworpen volken namen de taal van de Arabieren over.

De Arabieren namen ook onderdelen van de overwonnen volken over. Veel kennis kwam van de Grieken, Perzen en Indische filosofen.

Veel kennis uit de oudheid bleef zo bewaard.

De islamitische wereld bouwde voort op deze kennis en kwam zo in de kunst en de wetenschap voor te liggen op Europa.

Slide 23 - Diapositive

Uitbreiding en omgang
De slag bij Poitiers / Tours, 732.
  • Behouden machtsgebied; Karel Martel
  • Uitbreiden machtsgebied; Abd el-Raham
--> Let op: machtsgebied, niet religie!

Hoogtepunt islamitische wetenschap:
  • Filosofie
  • Wiskunde
  • Astrologie
  • Anatomie
  • Alfabet

Slide 24 - Diapositive

Kenmerkende aspecten
9. Het ontstaan en de verspreiding van de islam
10. De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid.
11. Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur.
12. De verspreiding van het christendom in geheel Europa.
noem ze nog eens!

Slide 25 - Diapositive

Aan de slag
Werk verder aan opdracht 1 voor tijdvak 3, maak het af.

Voer de feedback opdracht uit samen met een medeleerling

Slide 26 - Diapositive