Herhaling zinsdelen

Welkom klas G1A
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare school

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom klas G1A

Slide 1 - Diapositive

Planning 16 oktober
  • Nakijken opdracht 11
  • Herhalen
  • Quizvragen


Aan het einde van de les...
          ... weet je hoe je de zinsdelen kan benoemen.

Slide 2 - Diapositive

NAKIJKEN

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
Zin:
onderwerp
werkwoordelijk
gezegde
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
bijwoordelijke bepaling
Ze
feliciteerde
hem
met zijn verjaardag. 

Slide 5 - Question de remorquage

Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vvw
ww gezegde
meewerkend vw
bijwoordelijke bepaling
Zin:
Morgen
gaat
het kleine meisje
bij haar oma
logeren.

Slide 6 - Question de remorquage

Sleep de zinsdelen naar het juiste vak. 
onderwerp
lijdend vvw
ww gezegde
meewerkend vw
bijwoordelijke bepaling
Zin:
Hangjongeren
hebben
de burgemeester
veel problemen
bezorgd
afgelopen zomer.

Slide 7 - Question de remorquage

Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
Zin:
onderwerp
werkwoordelijk gezegde
lijdend
voorwerp
meewerkend
voorwerp
bijwoordelijke
bepaling
Ze
heeft
 dit jaar
een mooi cadeau 
voor haar vader
gemaakt.

Slide 8 - Question de remorquage

Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vvw
ww gezegde
meewerkend vw
bijwoordelijke bepaling
Zin:
De buurman 
wilde
gisteren
het vogelhuisje
in de boom
hangen.

Slide 9 - Question de remorquage

Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vvw
ww gezegde
meewerkend vw
bijwoordelijke bepaling
Zin:
De auto van mijn vader
is
afgelopen zomer
helaas
niet
goedkeurd.

Slide 10 - Question de remorquage

Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vvw
ww gezegde
meewerkend vw
bijwoordelijke bepaling
Zin:
De oude vrouw 
gaf 
natuurlijk
een fooi
aan de vriendelijke ober.

Slide 11 - Question de remorquage

Wat is de pv in de volgende zin?

Vroeger las mijn moeder mij een verhaaltje voor.
A
Vroeger
B
las
C
mijn moeder
D
een verhaaltje

Slide 12 - Quiz

Wat is het WG in de volgende zin?

Vroeger las mijn moeder mij een verhaaltje voor.
A
Vroeger
B
las
C
las voor
D
een verhaaltje

Slide 13 - Quiz

Wat is het O in de volgende zin?

Vroeger las mijn moeder mij een verhaaltje voor.
A
mijn moeder
B
mij
C
een verhaaltje
D
vroeger

Slide 14 - Quiz

Wat is het lv in de volgende zin?

Vroeger las mijn moeder mij een verhaaltje voor.
A
mijn moeder
B
las
C
mij
D
een verhaaltje

Slide 15 - Quiz

Wat is het mv in de volgende zin?

Vroeger las mijn moeder mij een verhaaltje voor.
A
vroeger
B
mijn moeder
C
mij
D
een verhaaltje

Slide 16 - Quiz

Wat is de bwb in de volgende zin?

Vroeger las mijn moeder mij een verhaaltje voor.
A
Vroeger
B
las
C
mij
D
voor

Slide 17 - Quiz

Maak opdracht 12 zin 1 t/m 20

Slide 18 - Diapositive