ein(e) en kein(e)

Onbepaald lidwoord
Leerdoelen:
-        Ik kan de onbepaalde lidwoorden benoemen
-        Ik kan vertellen wanneer ik welk onbepaald lidwoord moet 
          gebruiken
-        Ik kan de onbepaalde lidwoorden 'ein' / 'eine' / 'kein' / 'keine'
          toepassen

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Onbepaald lidwoord
Leerdoelen:
-        Ik kan de onbepaalde lidwoorden benoemen
-        Ik kan vertellen wanneer ik welk onbepaald lidwoord moet 
          gebruiken
-        Ik kan de onbepaalde lidwoorden 'ein' / 'eine' / 'kein' / 'keine'
          toepassen

Slide 1 - Diapositive

Wat zijn lidwoorden?

Slide 2 - Carte mentale

Lidwoorden
- Je hebt twee soorten lidwoorden, zowel in het Nederlands en in het Duits, namelijk:

1. bepaalde lidwoorden
2. onbepaalde lidwoorden

Slide 3 - Diapositive

Lidwoorden
 Er zijn drie lidwoorden: de, het, een.

Bepaalde lidwoorden -> de , het

Onbepaalde lidwoorden -> een

Slide 4 - Diapositive

Bepaald en onbepaald
Een bepaald lidwoord zegt eigenlijk zelf al wat het is: Het bepaalt iets.
Bepaalde lidwoorden in het Nederlands zijn: het en de.
Bijvoorbeeld: De kat is buiten.
Dan heb je het over de kat die je kent en niet over het begrip kat in het algemeen.

Als je het wilt hebben over iets algemeners, dan gebruik je een onbepaald lidwoord.
In het Nederlands 'een'.
Bijvoorbeeld: Een kat loopt buiten.
Dan kan je vragen: Welke kat? Onze kat? De kat van de buren?

Slide 5 - Diapositive

Welke Duitse bepaalde lidwoorden ken je al?

Slide 6 - Question ouverte

De onbepaalde lidwoorden
ein / eine 
een
        
kein / keine
geen

In je boek op blz. 105

Slide 7 - Diapositive

Wanneer nou (k)ein / (k)eine?
ein en kein gebruik je bij der en das woorden

eine en keine gebruik je bij die en meervoud
let op de laatste letter bij die -> e -> eine/keine

Slide 8 - Diapositive

Welke Duitse onbepaalde lidwoorden ken je nu?

Slide 9 - Question ouverte

De onbepaalde lidwoorden

Slide 10 - Diapositive

die Schwester / ......... Schwester
Welk onbepaald lidwoord past?
ein - eine

Slide 11 - Question ouverte

das Handy / ........... Handy
Welk onbepaald lidwoord past?
ein - eine

Slide 12 - Question ouverte

die Kinder (mv) / ............ Kinder
Welk onbepaald lidwoord past?
ein - eine - kein - keine

Slide 13 - Question ouverte

der Junge
Welk onbepaald lidwoord past?
kein - keine

Slide 14 - Question ouverte

Maak nu eerst opdracht 12-13-14-15  van Lektion 1
Ga daarna verder met de andere opdrachten 
van 
Lektion 1, 
opdracht 1 t/m 11 

Slide 15 - Diapositive