Week 48 + 49

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Vandaag:

- we bekijken hoe we werken met het boek

- we bekijken de taak

- instructie Lees- en luisterstrategieën

- opdrachten 1 en 2 doen we klassikaal

- opdrachten 4 en 5 maak je zelfstandig

- evaluatie

Je legt klaar:

- iPad in de aanslag (dicht)

- agenda

- 2 A4 schriften

- pen

Week 48 + 49

Lezen §4: (1, 2), 3, 4, 5, 8   (p. 30 - 35)

Lezen §5: (1, 2), 3, 4, (5,) 6    (p. 36 - 41)

Boekverslag (13 januari)

Oefenen voor de toets: oefenopgaven (papier) en oefentoetsen (iPad)

Je leert:

- de kernzin van een alinea bepalen

- de inleiding, de kern en het slot van een tekst bepalen

Klaar?

- help een klasgenoot

- nakijken

- lezen in je leesboek

- oefenen voor de toets

- vraag om een puzzel

Vandaag:

- paar oefenvragen

- zelfstandig werken (zelf kiezen uit blauwe taken)

- evaluatie van de les

Je legt klaar:

iPad  (e-book)

werkschrift

Alaska: p. 109

Rafael: p. 152

Soldaat Wojtek: p. 113 

Wild: p. 159

hulp? check het eerst bij een groepsgenoot!

Leerdoelen voor de toets

• Ik weet wat een kernzin van een alinea is en kan deze vinden in iedere alinea.
  
• Ik weet wat een inleiding is, wat daar in staat en kan bepalen uit welke alinea's de inleiding van een tekst bestaat.
  
• Ik weet wat een slot is, wat daar in staat en kan bepalen uit welke alinea's het slot van een tekst bestaat.
  

Ik weet wat een kernzin van een alinea is en kan deze vinden in iedere alinea.

0100

Ik weet wat een inleiding is, wat daar in staat en kan bepalen uit welke alinea's de inleiding van een tekst bestaat.

0100

Ik weet wat een slot is, wat daar in staat en kan bepalen uit welke alinea's het slot van een tekst bestaat

0100

Welke informatie vind je in een kernzin?

1. Een samenvatting van de hele tekst
2. tDe belangrijkste informatie van een alinea
3. Het onderwerp van een tekst
4. Het verband met een andere alinea

Wat kan je vinden in een inleiding?

1. Een samenvatting van de tekst die gaat komen.
2. Een vraag die later in de tekst beantwoord wordt.
3. Een advies voor de lezer
4. Een anekdote: een aanleiding voor het schrijven

Wat kan je vinden in een slot?

1. Nog wat nieuwe, extra informatie
2. Een advies voor de lezer
3. Een samenvatting van de belangrijkste punten
4. Een vraag om mee af te sluiten

Wij dragen geen jassen in de klas, dat is ....

Pim vindt het niet erg om te presenteren, hij is erg ....

De resultaten op de grammaticatoets waren ... lager dan op de leestoets.

de norm

extravert

vertekend

beduidend

weerbaar

1F

Alinea

Een tekst is in stukjes verdeeld. Zo'n stukje is een alinea.

Alinea 

- begint op een nieuwe regel

- springt de eerste regel van de alinea in

- begint na een witregel

Kernzin

In een alinea staat de hoofdzaak meestal in de eerste of de laatste zin. Dat is de kernzin. In de andere zinnen staan bijzaken. Zij geven uitleg of voorbeelden bij de kernzin.

Kernzin

Kernzin

De belangrijkste informatie van een alinea.

Waar staat de kernzin?

• Er is geen kernzin. Alle zinnen bevatten belangrijke informatie.
• De 1e zin is de kernzin.
• De 2e zin van een alinea is de kernzin. De 1e zin is een inleidende zin.
• In het midden van de alinea staat de kernzin.
• De laatste zin van de alinea is de kernzin.

Wat is de kernzin?

 Wat is de kernzin?

Ik kan de kernzin van een alinea vinden.

😒🙁😐🙂😃

Oefenen §4

Welke informatie vind je in een kernzin?

1. De belangrijkste informatie van een alinea
2. Een samenvatting van de hele tekst
3. Het onderwerp van een tekst
4. Het verband met een andere alinea

Naar welke zin kijk je als eerst als je op zoek bent naar de kernzin? En daarna? En daarna?

1.

2.

3.

Eerste zin

Tweede zin

Laatste zin

Uit hoeveel alinea's bestaat een inleiding?

1. Altijd uit één
2. Altijd uit meerdere
3. Soms uit één, soms uit meerdere

Uit hoeveel alinea's bestaat een slot?

1. Altijd uit één
2. Altijd uit meerdere
3. Soms uit één, soms uit meerdere

Past het woord in de zin?

Hij was altijd erg vriendelijk. Mensen vonden hem daarom 'dominant'.

1. ja
2. nee

Het was erg jammer dat de jongens met hun vervelende actie het feest 'vergalden'.

1. ja
2. nee

Selma en Roy geven nooit een foor als ze uit eten zijn; ze 'kunnen daar niet aan tippen'.

1. ja
2. nee

Robby gaat 'steevas't voor dezelfde keuze in het restaurant: hij neemt altijd een hamburger.

1. ja
2. nee

Gisteren heeft Lisa heel veel gegeten en om dat te 'compenseren' eet ze vandaag wat minder.

1. ja
2. nee

Danny zat supersnel op zijn stoel: hij zag er 'dynamisch' uit.

1. ja
2. nee

Van dat jurkje zijn er maar weinig gemaakt, want het is een 'expat' product.

1. ja
2. nee

Kyle draagt altijd een leren jasje en stoere laarzen, waardoor hij een stoer ... heeft.

Als je verdrietig bent, kun je soms ... hebben bij muziek.

Darryl kan zware dingen makkelijk optillen, want hij is ... sterk.

baat

hypotheek

imago

moreel

fysiek

Dat de politie vandaag geen bekeuringen uitdeelt, wordt door mijn broer opgevat als een ... om zoveel mogelijk verkeersregels te overtreden.

Emma's verkoudheid bleek ..., want ze bleef maar hoesen en proesten.

De extra lessen van mijn docent hebben veel ... gehad op de toetsresultaten: die zijn nu veel beter!

impact

netto-effect

weerbaar

hardnekkig

vrijbrief

mentorspreekuur

1. zelfstandigheidslokaal WUB
2. Engels leren oefenen samen UHM
3. geen mentorspreekuur