les 3: kenmerken mediterrane landbouw (2.4)

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 10 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Uitleg bij 2.4 - Mediterrane landbouw
  • Wat zijn de kenmerken
  • Wat zijn de belemmeringen

Slide 5 - Diapositive

Landbouw in het algemeen
  • Akkerbouw
  • Veeteelt

Het klimaat is van grote invloed op wat mogelijk is.
  • in droge gebieden is het landgebruik vooral extensief
  • waar genoeg  regen valt vooral intensief

Slide 6 - Diapositive

Grondgebruik in het MZ-gebied

Slide 7 - Diapositive

Akkerbouw in het MZ-gebied
Het klimaat is warm en droog

  • de temperatuur is geen beperkende factor.
    De warme temperaturen zorgen voor een lang groeiseizoen.

  • de droogte is wel een beperkende factor.
Niet alle gewassen kunnen daarom verbouwd worden.

Slide 8 - Diapositive

Gewassen die groeien aan bomen zie je veel in de landbouw
  • kunnen tegen warme, droge zomers met veel zonlicht

Van oudsher vooral gewassen die aan bomen groeien:
  • olijven, citrusvruchten, kurkeik, amandelen, wijndruiven

Staan vaak ver uit elkaar,
want anders onvoldoende water

MZ-gebied is heuvelachtig,
bomen kunnen goed op hellingen.



Slide 9 - Diapositive

Maar ook (winter)graan
  • wintergraan
  • gebruikt neerslag in winter om te groeien
  •  vindt je vooral op de plateaus (vlaktes)

Slide 10 - Diapositive

En er is vooral extensieve veeteelt
  • Vooral in de droge gebieden (steppe) en bergachtige gebieden
  • extensieve veeteelt
groot gebied nodig want te droog, dus gras groeit langzaam

Slide 11 - Diapositive

Wat is de grootste belemmering waardoor landbouw in het MZ-gebied moeilijk is?

Slide 12 - Question ouverte

Noem 3 gewassen die veel in het MZ-gebied voorkomen

Slide 13 - Question ouverte

Welk type veeteelt komt vooral voor in het MZ-gebied?
(schrijf dus niet op welke dieren er gehouden worden)

Slide 14 - Question ouverte