2 havo voorbereiden PTO 3 herhaalles 3,4,5

voorbereiden PTO 3
les 2,3 en 4 
les 17, 18 en 19
les les 20 en 6
deze week herhalen we
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

voorbereiden PTO 3
les 2,3 en 4 
les 17, 18 en 19
les les 20 en 6
deze week herhalen we

Slide 1 - Diapositive

havo 2 les 3

Slide 2 - Diapositive

Ik weet welke leesstrategieën er zijn
Ja, ik weet vijf leesstrategieën.
Nee, ik weet geen vijf leesstrategieën.
Ik weet een paar leesstrategieën, maar ook een paar niet.

Slide 3 - Sondage

Hoe je een tekst leest, hangt af van jouw leesdoel.
Welke vijf leesstrategieën ken je?

Slide 4 - Question ouverte

Ik weet welke leesstrategieën er zijn
Ja, ik weet vijf leesstrategieën.
Nee, ik weet geen vijf leesstrategieën.
Ik weet een paar leesstrategieën, maar ook een paar niet.

Slide 5 - Sondage

Geen idee zei leipe Kees
globaal lezen
intensief lezen
zoekend lezen
lerend lezen
kritisch lezen
Weet je geen vijf leesstrategieën. Gebruik een ezelsbruggetje.

Slide 6 - Diapositive

schrijfdoel= de schrijver heeft een doel
leesdoel= de lezer heeft een doel

Slide 7 - Diapositive

Hoe lees je een tekst globaal?

Slide 8 - Question ouverte

Waar vind je de hoofdgedachte van een tekst?

Slide 9 - Question ouverte

titel
eerste en laatste alinea
tussenkopje
de eerste zin van de alinea's
hoofdgedachte

Slide 10 - Diapositive

Wanneer lees je intensief? Hoe lees je intensief?

Slide 11 - Question ouverte

roman

Slide 12 - Diapositive

Wanneer en hoe lees je zoekend?

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Diapositive

welke leesdoelen gebruik je als je lerend wil lezen

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Diapositive

Wat moet je je afvragen als je kritisch leest? Hoe lees je kritisch

Slide 17 - Question ouverte

Slide 18 - Diapositive

huiswerk
maak  1 tot en met 3 van les 3 in jouw schrift
let op dit zijn belangrijke vragen voor het PTO

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

context
 geheel ,omstandigheden ,redeverband , samenhang 

Slide 21 - Diapositive

Weet je nog op welke manier ( strategie) je kunt bedenken wat de betekenis is van een woord?

Slide 22 - Question ouverte

De context van het verhaal. De samenhang is dat....

De blaag speelt voetbal. De kwajongen is daar goed in.

Vandaag draag ik zwart. Wit draag ik normaal nooit.

De voetbalexpert kijkt naar de spelers.

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

woordraadstrategie: synoniem
woordraadstrategie: samenstelling
 woordraadstrategie: ?

Slide 25 - Diapositive

 woordraadstrategie: 
tegenstelling
  etymologie
  samenstelling
  synoniem
   andere taal

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive


Slide 30 - Question ouverte

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Wat is de persoonsvorm?
'In zijn broek heeft Tom een scheur.'
A
zijn
B
Tom
C
heeft
D
Er is geen persoonsvorm.

Slide 35 - Quiz

Wat is de persoonsvorm?
'Houd eens je mond.'
A
Houd
B
Er is geen persoonsvorm.
C
eens

Slide 36 - Quiz

wat is de persoonsvorm:
Jacob wil heel graag gamen.
A
Jacob
B
gamen
C
wil
D
graag

Slide 37 - Quiz

Wat is de persoonsvorm?
'Waarom wandelt hij niet graag?'
A
Waarom
B
hij
C
wandelt
D
Er is geen persoonsvorm.

Slide 38 - Quiz

Hoeveel zinsdelen heeft deze zin? 'Achmed wil graag een zoen geven aan Amira.'
A
3
B
5
C
4
D
6

Slide 39 - Quiz

Hoeveel zinsdelen heeft deze zin?
' De fiets van mijn broer stond in de schuur van mijn ouders.'
A
2
B
4
C
3
D
5

Slide 40 - Quiz

1. Het bureau / staat / in de klas / aan de rechterkant.
Juist verdeeld
Onjuist verdeeld
2. Wat hebben / jullie / gisteren / gedaan / tijdens de pauze?
3. Tijdens de wedstrijd / heeft / de tegenstander / zes doelpunten / gescoord.
4. De slimme leerlingen / uit klas 1 / kunnen / de zin / in zinsdelen / verdelen.

Slide 41 - Question de remorquage