Intro voor H3

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Welkom 

Lineaire verbanden 

Lineaire verbanden 

richtingscoëfficiënt

startgetal

Wat heeft de richtingscoëfficiënt in de formule met de grafiek te maken?

1. Die bepaalt waar de grafiek door de y-as gaat
2. Die bepaalt hoe steil de grafiek omhoog of omlaag loopt
3. De richtingscoëfficiënt kan je niet terug zien in de grafiek

Wat heeft het startgetal in de formule met de grafiek te maken?

1. Die bepaalt waar de grafiek door de y-as gaat
2. Die bepaalt hoe steil de grafiek omhoog of omlaag loopt
3. Het startgetal kan je niet terug zien in de grafiek

Als de richtingscoëfficiënt in de formule positief is, dan .....

1. kan je geen grafiek tekenen bij de formule
2. is het startgetal altijd negatief
3. Is de grafiek een stijgende lijn
4. Is de grafiek een dalende lijn

Als het startgetal in de formule negatief is, dan .....

1. kan je geen grafiek tekenen bij de formule
2. Is de grafiek een dalende lijn
3. Gaat de grafiek door het negatieve deel van de y-as
4. Is de grafiek een stijgende lijn

y= 6x - 7
Wat is de waarde van de richtingscoëfficiënt?

1. 6
2. -6
3. 7
4. -7

y= 6x - 7
Wat is de waarde van het startgetal?

1. 6
2. -6
3. 7
4. -7

y= 6x - 7
In welk coördinaat snijdt de grafiek de y-as?

1. (7,0)
2. (-7,0)
3. (0,7)
4. (0,-7)

Lineaire verbanden 

Kwadratische verbanden

Kwadratische verbanden

Is het een lineair of kwadratisch verband?

y=5​2​​x+3

1. Lineair verband
2. Kwadratisch verband

Dit is een lineair verband

Voor een kwadratisch verband moet het kwadraat bij de x staan!

zoals 

y=5​2​​x+3

y=25x+3

y=−2x​2​​+5

Hoe zit de grafiek eruit die hoort bij de formule

y=−2x+5

1. Een omhooglopende lijn
2. Een naar beneden lopende lijn
3. Een bergparabool
4. Een dalparabool

Hoe zit de grafiek eruit die hoort bij de formule

y=−2x​2​​+5

1. Een omhooglopende lijn
2. Een naar beneden lopende lijn
3. Een bergparabool
4. Een dalparabool

Hoe zit de grafiek eruit die hoort bij de formule

y=4x−3

1. Een omhooglopende lijn
2. Een naar beneden lopende lijn
3. Een bergparabool
4. Een dalparabool

Hoe zit de grafiek eruit die hoort bij de formule

y=4x​2​​+3

1. Een omhooglopende lijn
2. Een naar beneden lopende lijn
3. Een bergparabool
4. Een dalparabool

Bij welke formule loopt de grafiek het steilst omhoog?

1. y=5x−20
2. y=−10x+20
3. y=2​2​​1​​x+20

y = 5x - 20

y = -10x + 20

y = 2,5x + 20

Welk antwoord is wel waar?
In de formule
a = 2n + 1

1. Zijn a en n allebei variabelen
2. Is alleen a een variabele
3. Is alleen n een variabele
4. Zijn geen variabelen

a = 2n + 1

Van een variabele kan de waarde veranderen. 

a en n zijn dus allebei variabelen

Coördinaten herhalen

Assenstelsel tekening maken