TA Staal woordenschat Pronkstukken part.2 groep 5/6
1 / 17
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat is een ander woord voor tentoonstelling?
A
de collectie
B
de expositie
C
de impressie
D
de catalogus
Slide 2 - Quiz
Wat is een ander woord voor het voorwerp?
A
het eigendom
B
de rage
C
de galerie
D
het object
Slide 3 - Quiz
Wat is een ander woord voor de toelichting?
A
het detail
B
de uitleg
C
het kenmerk
D
de passie
Slide 4 - Quiz
Maak een zin met 'de toelichting'
Slide 5 - Question ouverte
Wat is een vitrinekast?
A
Glazen kast voor spullen om tentoon te stellen.
B
Een kast om glazen voorwerpen te bewaren.
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Diapositive
Wat is een kenmerk van Juf Sarang?
Slide 8 - Carte mentale
Als je iets met passie doe, doe je het...
A
met veel liefde.
B
met heel veel tegenzin.
C
totdat het klaar is.
D
alleen omdat je er geld mee verdient.
Slide 9 - Quiz
Wat doe jij met passie?
Slide 10 - Question ouverte
Wat betekent de impressie?
A
de film
B
het verhaal
C
de uitleg
D
de indruk
Slide 11 - Quiz
Wat is het tegengestelde van waardevol?
A
kapot
B
vies
C
lelijk
D
waardeloos
Slide 12 - Quiz
Wat voor detail zie je?
Slide 13 - Carte mentale
Wat is geen vondst?
A
Iets wat je namaakt.
B
Iets wat je gevonden hebt.
C
Iets wat je bedacht hebt.
D
Iets wat je ontdekt hebt.
Slide 14 - Quiz
Welk woord hoort er niet bij?
A
omvangrijk
B
zeldzaam
C
het origineel
D
uniek
Slide 15 - Quiz
In een catalogus staat: De duurste zegel ooit. Welke foto past daarbij?
A
Een foto van een exemplaar
B
Een foto van een verzamelaar
C
Een foto van een ring
D
Een foto van een postzegel
