Rampen en plagen: droogte en hittegolven

Thema 3: Rampen en plagen
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Thema 3: Rampen en plagen

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
- Herhaling tsunami's en tornado's (staat bij elke vraag aangegeven over welk onderwerp het gaat)
- Begin maken met droogte en hittegolven

Slide 2 - Diapositive

Zet de gebeurtenissen in een juiste volgorde. Wat gebeurt er precies bij een tsunami?
Zeebeving
Golven met hoge snelheid
Ondiep water, golf remt af
Vloedgolf

Slide 3 - Question de remorquage

TSUNAMI - Leg uit hoe een vloedgolf ontstaat. Leg ook de invloed van de ondiepe bodem uit.

Slide 4 - Question ouverte

ORKAAN -Welke lucht heb je nodig bij het ontstaan van een orkaan?
A
Warme lucht
B
Koude lucht
C
Warme en koude lucht
D
Zeewaterlucht

Slide 5 - Quiz

TORNADO - Wat gebeurt er met de warme lucht, wanneer koude en warme lucht tegen elkaar botsen?

Slide 6 - Question ouverte

Droogte en hittegolven lesdoelen
- Wat zijn het precies?
- Hoe ontstaat het?
- Wat zijn de gevolgen?

Slide 7 - Diapositive

Droogte
- Er is sprake van droogte in Nederland als er een neerslagtekort is over een bepaalde tijd
- Rechts zie je zo'n neerslagkaart. Die zal ik uitleggen
- We hebben een bepaalde hoeveelheid neerslag nodig


Slide 8 - Diapositive

Is er veel regen? Dan hebben we veel water om te gebruiken
Niet genoeg regen? Dan moeten boeren sproeien in de zomer

Slide 9 - Diapositive

Neerslagtekort
- De blauwe lijn is het neerslagtekort wat 'normaal' is.
- 1976 is de rode lijn, toen was er een enorm neerslagtekort
- 2018 en 2020 zitten we dus ook redelijk hoog

Slide 10 - Diapositive

Wat is eigenlijk een neerslagtekort?

Slide 11 - Question ouverte

Wanneer spreken we van droogte?

Slide 12 - Question ouverte

Hittegolf

Slide 13 - Carte mentale

Hittegolf
We spreken van een hittegolf als er in de Bilt (meetstation):
- 5 dagen achter elkaar warmer is dan 25,0 graden
- 3 dagen van die 5 dagen moet tropisch zijn (30,0 graden of hoger)

Slide 14 - Diapositive

Van zondag tot en met woensdag is het 25,0 graden of meer geweest. 3 dagen zijn meer dan 30 graden geweest. Is hier een hittegolf?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quiz

Hittegolfgetal berekenen
- Hier komt een moeilijke opdracht, dus let goed op!
- Van 5 augustus 2020 tot en met 17 augustus 2020 was er een hittegolf. De hoogst gemeten temperatuur in de Bilt was 34.6 graden. 
- Er waren 13 tropische dagen.
---------------------------------------> tot hier te volgen?
- Het hittegolfgetal was 79.6. Maar wat betekent dat?

Slide 16 - Diapositive

Hittegolfgetal berekenen
- Het hittegolf getal bereken je door alles boven de 25,0 graden bij elkaar op te tellen.
- Stel: je hebt een hittegolf die 5 dagen duurt.

Bij elkaar opgeteld (de graden boven 25,0) kom je dan op 19,5. Dat is dan het hittegolfgetal. 

Maandag: 28 graden
Dinsdag:   30 graden
Woensdag: 30 graden
Donderdag: 30,5 graden
Vrijdag: 26 graden

Maandag: 3 graden boven 25,0
Dinsdag: 5 graden boven 25,0
Woensdag 5 graden boven 25,0
Donderdag 5,5 graden boven 25,0
Vrijdag 1 graad boven 25,0

Slide 17 - Diapositive

Best lastig, hierboven staat het nog eens uitgelegd

Slide 18 - Diapositive

Bereken het hittegolfgetal
Maandag: 27 graden
Dinsdag: 28 graden
Woensdag: 31 graden
Donderdag: 32 graden
Vrijdag: 33,5 graden

Pak je rekenmachine en de uitleg van zonet er maar bij!

Slide 19 - Diapositive

Hittegolfgetal
Maandag: 27,0 - 25,0 = 2
Dinsdag: 28,0 - 25,0 = 3
Woensdag: 31,0 - 25,0 = 6
Donderdag: 32,0 - 25,0 = 7
Vrijdag: 33,5 - 25,0 = 8,5


Bij elkaar optellen:
2 + 3 + 6 + 7 + 8,5 = 26,5 

Het hittegolfgetal is 26,5. 

Slide 20 - Diapositive

Dit was de theorie
- Over droogte en hittegolven
- Voor nu: maken opdrachten die ik gemaild heb
- Deze opdrachten gaan over droogte en over hittegolven
- Lever de opdrachten in via Teams

Slide 21 - Diapositive

Topografie herhalen vandaag
- Beginnetje maken met herhalen

Slide 22 - Diapositive

Landen
- Je krijgt nu drie landen
- Je ziet eerst de kaart, de slide daarna kan je aanvinken welk land je gezien hebt of vul je in welk land je gezien hebt

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Welk land zag je op de kaart?

Slide 25 - Question ouverte

Slide 26 - Diapositive

Welk land zag je op de kaart?

Slide 27 - Question ouverte

Slide 28 - Diapositive

Welk land zag je op de kaart?
A
Nederland
B
Duitsland
C
Frankrijk
D
België

Slide 29 - Quiz

Hoofdsteden
- Je krijgt nu eerst de hoofdstad te zien
- Daarna kijk je op de kaart waar je die stad ziet (bij welke letter)
- Daarna kies je het goede antwoord

Slide 30 - Diapositive

Kopenhagen
Waar ligt Kopenhagen? Dus welke letter heeft Kopenhagen?

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Kopenhagen heeft letter....
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 33 - Quiz

Dublin
Waar ligt Dublin? Dus welke letter heeft Dublin?

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Dublin heeft letter....
A
I
B
J
C
K
D
L

Slide 36 - Quiz

Helsinki
Waar ligt Helsinki? Dus welke letter heeft Helsinki?

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Diapositive

Welke letter heeft Helsinki?
A
G
B
H
C
I
D
J

Slide 39 - Quiz

Huiswerkcontrole
Dit was de huiswerkcontrole!
Ik zal zo even opnoemen wie een voldoende heeft

Slide 40 - Diapositive