Havo 1: grammatica zinsdelen H4 les 1

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

22 maart

• grammatica H4 zinsdelen: lijdend voorwerp
• doel van de les: je kan een lijdend voorwerp in een zin vinden

Wat is het onderwerp in deze zin?

"Mijn moeder geeft mij een snoepje."

1. Mijn moeder
2. geeft
3. mij
4. een snoepje

Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zin?

"Pieter en Lisa hebben mij een cadeau gegeven."

1. Pieter en Lisa
2. hebben
3. een cadeau
4. hebben gegeven

Schrijf het onderwerp, de persoonsvorm en het werkwoordelijk gezegde van deze zin op.

"Veel jongeren lezen graag de spannende boeken van Carry Slee."

Wat is het lijdend voorwerp in de zin
Veel jongeren lezen graag de boeken van Carry Slee?

pv = lezen

wg = lezen

ow = veel jongeren

lijdend voorwerp = wie/wat + ow + wg?

Wat lezen veel jongeren?

de boeken  van Carry Slee = lijdend voorwerp (lv)

Schrijf het onderwerp, de persoonsvorm en het werkwoordelijk gezegde van deze zin op.

"Waarom laat de presentator van deze talkshow zijn gasten nooit uitpraten?"

Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
(Wie/wat + werkwoordelijk gezegde + onderwerp)

"In veel culturen laten mensen ter versiering hun lichaam tatoeëren."

1. In veel culturen
2. laten
3. mensen
4. hun lichaam

Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
(Wie/wat + werkwoordelijk gezegde + onderwerp)

"De meeste soorten koekjes bevatten veel zout."

1. De meeste soorten koekjes
2. veel zout
3. bevatten
4. koekjes

Schrijf het lijdend voorwerp van de volgende zin op.

"In een pantserwagen voeren de agenten enkele demonstranten af."

en nu aan de slag.....

• huiswerk 23  maart: maken grammatica H4 lijdend voorwerp digitaal  tot en met opdracht 2