Taalverzorging 2 par. 4.1 grammatica werkwoorden

Welkom!
Taalverzorging 2
4.1 Grammatica

Ga rustig zitten.
Leg je iPad dicht op tafel.
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Taalverzorging 2
4.1 Grammatica

Ga rustig zitten.
Leg je iPad dicht op tafel.

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Je leert:
- deze woordsoorten in een zin herkennen en benoemen:
  • het werkwoord;
  • de persoonsvorm;
  • het hele werkwoord en het voltooid deelwoord.
- het werkwoordelijk gezegde in een zin herkennen en benoemen.




Slide 2 - Diapositive

Agenda
Herhaling vorige les;
Uitleg en opdrachten werkwoorden;
Opdrachten maken.

Slide 3 - Diapositive

Vorige les
Beoordelen of nieuws waar is (nepnieuws)

Slide 4 - Diapositive

Nieuws moet betrouwbaar zijn. Dat is helaas niet altijd niet zo, bijvoorbeeld bij nepnieuws. Nepnieuws is niet waar.
Vul de uitspraak aan:
Je komt veel nepnieuws tegen op .... en op ....

Slide 5 - Question ouverte

Nieuws moet betrouwbaar zijn. Dat is helaas niet altijd niet zo, bijvoorbeeld bij nepnieuws. Nepnieuws is niet waar.
Vul de uitspraak aan:
Nepnieuws wordt verspreid om .... en om ....

Slide 6 - Question ouverte

Wat weet je al over
werkwoorden?

Slide 7 - Carte mentale

Werkwoorden (blz. 80)

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Wat is het werkwoord in deze zin?

Tim koopt een nieuwe scooter.

Slide 10 - Question ouverte

Staat de zin in de tegenwoordige tijd (tt) of de verleden tijd (vt)?
Tim koopt een nieuwe scooter.

Slide 11 - Question ouverte

Verander de zin van tijd en schrijf de hele zin op.
Tim koopt een nieuwe scooter.

Slide 12 - Question ouverte

Wat is het werkwoord in deze zin?

Ik fietste naar school.

Slide 13 - Question ouverte

Staat de zin in de tegenwoordige tijd (tt) of de verleden tijd (vt)?
Ik fietste naar school.

Slide 14 - Question ouverte

Verander de zin van tijd en schrijf de hele zin op.

Ik fietste naar school.

Slide 15 - Question ouverte

Wat is het werkwoord in deze zin?

Vind jij dit een leuke school?

Slide 16 - Question ouverte

Staat de zin in de tegenwoordige tijd (tt) of de verleden tijd (vt)?
Vind jij dit een leuke school?

Slide 17 - Question ouverte

Verander de zin van tijd en schrijf de hele zin op.

Vind jij dit een leuke school?

Slide 18 - Question ouverte

Wat is het werkwoord in deze zin?

Lazen jullie een stripverhaal?

Slide 19 - Question ouverte

Staat de zin in de tegenwoordige tijd (tt) of de verleden tijd (vt)?
Lazen jullie een stripverhaal?

Slide 20 - Question ouverte

Verander de zin van tijd en schrijf de hele zin op.

Lazen jullie een stripverhaal?

Slide 21 - Question ouverte

Zelf aan het werk
Maken: blz. 79 t/m 81, opdr. 1 t/m 5

Hoe? Alleen of in stil overleg met je buur.

Volgende week dinsdag proefwerk nieuwsbericht schrijven!!

Slide 22 - Diapositive