Woordenschat H3 3GT

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Test je kennis van de volgende uitdrukkingen!

Een broertje dood hebben aan iets

1. Iemand dood wensen
2. Ergens een hekel aan hebben
3. Overal over nadenken
4. Geen idee hebben

Met je neus in de boter vallen

1. Uitglijden
2. Pech hebben
3. Op de goede plek zijn
4. Bijna jarig zijn

Het wel kunnen schudden

1. Je hebt het verpest
2. slim spelen
3. goed kaarten kunnen schudden
4. verliezen

Door de wol geverfd

1. Een beginner zijn
2. Heel veel ervaring hebben
3. Verkoper zijn
4. In een fabriek werken

Het water loopt hem in de mond

1. Heel veel trek hebben in pizza
2. Heel veel trek hebben in een Maccie
3. Heel veel trek hebben in een broodje kroket
4. Heel veel trek hebben in taart

Dat staat als een paal boven water

1. Iets is niet duidelijk
2. Iets is vaag bekend
3. Het is heel erg duidelijk
4. Het waterschap gaat er over beslissen

Dat is het hele eieren eten

1. Zo simpel kan het zijn
2. De oplossing blijft lastig
3. Eieren moet je goed koken
4. Het is niet te doen

taxeren

1. Met de taxi gaan
2. Een ouderwets bericht sturen
3. De waarde van iets schatten
4. Geld lenen

Decoreren

1. Versieren
2. afbreken
3. Binnen houden
4. kapot maken

De smaak te pakken hebben

1. Gaan beginnen
2. Niet kunnen concentreren
3. Eten proeven
4. Lekker bezig zijn