H3.1 Een gevoelige huid

De huid
De huid
H1 Een gevoelige huid
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

De huid
De huid
H1 Een gevoelige huid

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kent de 9 belangrijkste zintuigen in ons lichaam, waar ze zitten en hun bouw en functie.
  • Je kunt de onderdelen van de huid in een afbeelding aanwijzen en hun functie noemen.
  • Je kunt uitleggen hoe de verschillende zintuigen in de huid werken en wat hun functie is: warmte- en koudezintuigen, tast-, druk-, trillings- en pijnzintuigen.
  • Je weet of we via warmte- en koudezintuigen een absolute of relatieve temperatuur kunnen waarnemen en wat dit inhoudt. 

Slide 2 - Diapositive

vervolg leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat een prikkel is en voorbeelden noemen.
  • Je kunt uitleggen wat een impuls is.
  • Je kunt uitleggen en in een schema tekenen hoe informatie van de zintuigen naar het ruggenmerg en/of de hersenen gaat en omgekeerd van de hersenen naar de spieren.
  • Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen onbewuste reacties (zoals reflexen) en bewuste reacties.
  • Je weet dat waarnemen in de hersenen plaatsvindt door vergelijking van nieuwe informatie met wat we al weten.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Slide 5 - Vidéo

Welke zintuigen heb je?
In je organen zitten de zintuigen, deze zintuigen vangen prikkels op.

De organen zijn: oor, oog, neus, tong en huid

Een prikkel: informatie uit je omgeving

De zintuigen:
- gehoorzintuig > geluid
- gezichtszintuigen > licht
- reukzintuig > geurstoffen
- smaakzintuig > smaakstoffen
- warmte, koude, tast en pijnzintuigen > hoge en lage temperatuur, pijn en hoe voelt een voorwerp aan




Slide 6 - Diapositive

Verschillende zintuigen in je huid

Je huid bestaat uit 3 lagen: opperhuid, lederhuid en het onderhuids bindweefsel

Lederhuid:
Warmtezintuigen: hoge temperatuur
Tastzintuigen: hoe voelt het voorwerp aan
Koudezintuigen: lage temperatuur
Pijnzintuigen: zijn er voor de prikkel pijn

+ zintuigen voor harde druk of trillingen


Elk zintuig is gevoelig voor maar 1 soort prikkel

Opperhuid: drukzintuigen, gelijkmatige druk

Slide 7 - Diapositive

Welke prikkel wordt door welk zintuig waargenomen ?
Het verschil tussen iets van een bepaalde temperatuur en iets dat warmer is.
A
tastzintuig
B
koudezintuig
C
warmtezintuig
D
drukzintuig

Slide 8 - Quiz

Welke prikkel wordt door welk zintuig waargenomen ?
Het voelen van de muziek van een basgitaar
A
tastzintuig
B
drukzintuig
C
trillingzintuig
D
warmtezintuig

Slide 9 - Quiz

Adequate prikkel

Je neemt prikkels uit de omgeving waar via je zintuigen en zenuwen in je hersenen.

Deze zintuigen liggen in je ogen, oren, tong, neus en huid.

Een prikkel die bij een zintuig past heet een adequate prikkel.

= de prikkel waarvoor het zintuig de laagste drempelwaarde heeft.

Voorbeeld: gehoorzintuig is geluid de prikkel

Slide 10 - Diapositive

Wat gebeurt er met je waarnemingen?
Elk zintuig zet prikkels om in impulsen.
Impulsen -> zenuwen -> hersenen.
Je grote hersenen versturen berichten waardoor je lichaam reageert.
Zenuwen lopen in je rug via je ruggenmerg naar je hersenen. Dit samen vormt je zenuwstelsel

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Zenuwstelsel
De berichten van alle zintuigen gaan via de zenuwen naar de hersenen. Je hersenen versturen een bericht en je lichaam reageert.

Zenuwen lopen door je hele lichaam.

Zenuwen lopen in je rug via het ruggenmerg naar de hersenen. Ruggenmerg zit goed beschermd in je wervelkolom.

Slide 13 - Diapositive

Verschillende prikkels
Zintuigen zetten prikkels (verandering in omgeving) 
om in impulsen. 

Prikkels zijn niet altijd even sterk, hoe gaat je zenuwstelsel daar mee om?

Slide 14 - Diapositive

Prikkel > impuls
Van links naar rechts, 4 prikkels. 

1. Waarom onstaan bij de 1e geen impulsen?
2. Hoe weten je hersenen het verschil tussen zwakke en sterke prikkel?
3. Waarom ontstaan bij laatste geen impulsen?

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Bewuste reacties
Normale route:
1. Zintuig
2. Sensorische zenuwcel
> Ruggenmerg
3. Schakelcellen
> Hersenen
4. Schakelcellen
> Ruggenmerg
5. Motorische zenuwcel

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Reflexen
Route bij reflexen (reflexboog):
1. Zintuig
2. Sensorische zenuwcel
> Ruggenmerg
3. Schakelcellen
> Hersenen
4. Schakelcellen
4. Motorische zenuwcel

Slide 19 - Diapositive

Leren en maken H1

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo