Commercieel 1A H3/H4/H5

Commercieel 1A H3/H4/H5
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
RetailMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Commercieel 1A H3/H4/H5

Slide 1 - Diapositive

Hoofdstuk 3

Slide 2 - Diapositive

Welke 3 onderdelen vallen er onder de winkelformule?

Slide 3 - Question ouverte

Slide 4 - Diapositive

Als je kijkt naar de omvang van een doelgroep, dan kijk je naar de:
Grootte
Leeftijd
Communicatie
Passend aanbod

Slide 5 - Sondage

Slide 6 - Diapositive

Wat betekent het Unique Selling Point?

Slide 7 - Carte mentale

Noem een winkel die zich richt op prijsdistributie (discounter)

Slide 8 - Question ouverte

Noem een winkel die zich richt op servicedistributie

Slide 9 - Question ouverte

Het verkoopsysteem BUZ, Bedien-U-Zelf is een voorbeeld van:
A
Prijsdistributie
B
Servicedistributie

Slide 10 - Quiz

Waar staat de term SMART voor?

Slide 11 - Question ouverte

We kennen de 6 P's, maar ook de 4 C's. Vanuit wie wordt dit benaderd?

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Diapositive

Wat wordt er bedoeld met de Wheel of Retailing?

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Welke term hoort in het midden te staan?

Slide 17 - Carte mentale

Hoofdstuk 4

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Geografische indeling, is de markt indelen op basis van:

Slide 21 - Carte mentale

Albert Heijn maakt gebruik van:
A
Geconcentreerde marktbenadering
B
Gedifferentieerde marktbenadering
C
Ongedifferentieerde marktbenadering
D
Niche marktbenadering

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Diapositive

Een kledingzaak die nu ook schoenen gaat verkopen, maakt gebruik van:
A
Marktpenetratie
B
Productontwikkeling
C
Marktontwikkeling
D
Diversificatie

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Diapositive

Hoofdstuk 5

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Bij iemand die alleen maar kijkt naar telefoons van Apple, is er sprake van:
A
Convenience goods
B
Preference goods
C
Shopping goods
D
Specialty goods

Slide 28 - Quiz

De aankoop van een huis, gaat over:
A
UPO
B
RAG
C
BPO

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Diapositive

Na het zien van een documentaire over slachthuizen, besluit iemand geen vlees meer te eten. Er is sprake van:
A
Culturele factoren
B
Economische factoren
C
Psychologische factoren
D
Technologsche factoren

Slide 31 - Quiz