Cap 1 - les 4

• Spaans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

A la clase de español de hoy

Wat betekenen deze zinnen?

1. Sé mucho sobre la lengua española

2. Doy deberes a los estudiantes

Dos preguntas cotidianas

¿Cuál es la fecha de hoy?

¿Qué tiempo hace hoy?

Hoe ziet de toets eruit?

• Vaardigheden: luisteren, lezen, grammatica, woordenschat, schrijven (frases clave)
  
  Grammatica:
• presente perfecto (verleden tijd) (invulzinnen + vervoegingen)
• werkwoord gustar
• onregelmatige ik-vorm presente (tegenwoordige tijd)

• Terminar las frases clave fuente E (van vorige les)
  
• Fuente G: Werkwoorden met onregelmatige ik-vorm (bron G)
• Fuente J: Waar hou je van? =>werkwoord GUSTAR (bron J)
• Controlar + corregir deberes (in tweetallen)
• Practicar para la prueba

Lesdoel: 

1. Ik ken de onregelmatige ik-vormen in de tegen-

woordige tijd

2. Ik kan vertellen waar ik van houd

¿Qué vamos a hacer hoy?

Vertaal nu de volgende zinnen met behulp van de frases clave (geen google translate):

Para preguntar

1. Ben je deze zomer op vakantie geweest?

2. Heb je een leuk meisje leren kennen?

3. Vind je Mexicaans eten lekker?

4. Ben je ooit in Brazilië geweest?

Para contestar

1. Ja, wij zijn in Spanje geweest.

2. Ja, en ook een leuke jongen

3. Ja, ik vind tortillas erg lekker

4. Nee, wij zijn nog nooit in Brazilië geweest

Fuente G: Werkwoorden met onregelmatige ik-vorm

Op Google Classroom

Fuente G verbos irregulares

Maak aantekeningen

Hoe vertaal je dan 'Ik geef'?

1. do
2. da
3. dar
4. doy

Hoe vertaal je 'Ik weet'?

1. sé
2. sabemos
3. sabamos
4. saben

Wat betekent 'Salgo'?

1. Jij vertrekt
2. Ik vertrek
3. Ik zet
4. Hij zet

Wat betekent 'Pongo'?

1. Ik zet
2. Hij vertrekt
3. Ik geef
4. Jij zet

Kies het juiste werkwoord:

Yo ________ mis deberes siempre

1. pongo
2. salgo
3. hago
4. doy

Fuente J: Werkwoord GUSTAR 

Waar hou je van?

¿Qué te gusta?

=> Dat wat je leuk, 

lekker of mooi vindt, is

het onderwerp van de 

zin

tctt.nl

Fuente J: el verbo 'gustar'

wie iets leuk vindt      gusta(n)

          me

          te                                  gusta

(no)  le

          nos

          os                                 gustan

          les

- (No) me gustan las pizzas.

- Las pizzas (no) me gustan.

wie of wat iemand leuk vindt

la música (enkelvoud)

la pizza (enkelvoud)

nadar (werkwoord)

las clases (meervoud)

los hoteles (meervoud)

la pizza y la paella (meervoud)

Ahora voy a.... (Ik ga nu...)

huiswerk nakijken

oefenen aan de hand van de websites op classroom

Online oefenen met:

1. presente perfecto (verleden tijd)

2. ww met onregelmatige ik-vorm

3. werkwoord gustar - houden van

Zie classroom: 

'websites extra grammatica oefeningen'

DEBERES

Estudiar: Vocabulario listas 1.3 y 1.4

Hacer Capítulo 1 ‘Adiós a las vacaciones’:

Fuente F: ejercicios 19, 20

Fuente G: ejercicio 22

Fuente H: ejercicios 23, 25a

(voor in deze les: bij G moet ook het ww ‘hacer’!)

 

Wat gaat goed? Wat vind je nog lastig? Tips voor mij?