Basisstof 7: De hypofyse en de schildklier

Wat is de overeenkomst tussen het zenuwstelsel en het hormoonstelsel?
A
Het zijn allebei systemen die iets regelen in het lichaam.
B
Ze kunnen allebei prikkels opwekken.
C
Ze zijn allebei net zo snel in het regelen van processen.
D
De werken allebei met elektronische impulsen.
1 / 11
suivant
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Wat is de overeenkomst tussen het zenuwstelsel en het hormoonstelsel?
A
Het zijn allebei systemen die iets regelen in het lichaam.
B
Ze kunnen allebei prikkels opwekken.
C
Ze zijn allebei net zo snel in het regelen van processen.
D
De werken allebei met elektronische impulsen.

Slide 1 - Quiz

Het ruggenmerg behoort tot het centrale zenuwstelsel Schrijf twee andere delen van het centraal zenuwstelsel op.

Slide 2 - Question ouverte

welke typen zenuwcellen zijn er?

Slide 3 - Question ouverte

Je ziet een bal op je afkomen en je schopt het weer weg. Wordt dit geregeld door je zenuwstelsel of je hormoonstelsel?
A
Zenuwstelsel
B
Hormoonstelsel

Slide 4 - Quiz

Tijdens de puberteit verandert de lichaamsbouw en worden bepaalde organen klaargestoomd. Wordt dit geregeld door het hormoonstelsel of het zenuwstelsel?
A
Het zenuwstelsel
B
Het hormoonstelsel

Slide 5 - Quiz

Basisstof 7: De hypofyse en de schildklier

Slide 6 - Diapositive

Wat moet je kunnen?
Je kunt de werking beschrijven van hormonen uit de hypofyse en uit de schildklier

Slide 7 - Diapositive

Hypofyse
De hypofyse is een hormoonklier in de hersenen.
Het maakt o.a. het groeihormoon

De hypofyse beïnvloedt andere hormoonklieren 

Slide 8 - Diapositive

De hypofyse
De hypofyse stuurt en activeert
vooral andere organen.

Slide 9 - Diapositive

Schildklier
  • De schildklier maakt schildklierhormoon:

  • Schildklierhormoon regelt verbranding in de cellen (stofwisseling) en groei en ontwikkeling.

  • Te weinig schildklierhormoon: Je bent koud en moe en wordt dikker.
  • Te veel schildklierhormoon: Je hebt het warm, bent bewegelijk, valt af.

Slide 10 - Diapositive

Aan de slag
Maken opdrachten Thema 5 basisstof 7:
45, 46, 47, 49, 50 en 51

Klaar? Bij mij laten controleren
Gecontroleerd? --> nakijken met nakijkboekje
Nagekeken? --> Schrijf de begrippen met betekenis op in je schrift.

Slide 11 - Diapositive