Les 12, bezit. vnw. + herhalen 2vwo 2

Pak je leesboek of steek je vinger op voor een Franse puzzel
timer
3:00
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Pak je leesboek of steek je vinger op voor een Franse puzzel
timer
3:00

Slide 1 - Diapositive

Le programme:
- Est-ce que tout le monde est présent? 
- Bezittelijk voornaamwoord (grammaire H)
- Oefenen met het bezittelijk voornaamwoord

Slide 2 - Diapositive

Est-ce que tout le monde est présent?

- Zijn we compleet? Wie missen we?

Slide 3 - Diapositive

Ouvre ton livre à la page quarante-six
We bestuderen samen grammaire H

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Aantekening
Schrijf het schema uit de video over het bezittelijk voornaamwoord over in je schrift

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Stappenplan voor het bezittelijk voornaamwoord:
Stap 1: Vertaal het zelfstandig naamwoord naar het Frans indien nodig
Stap 2: Is het meervoud?
Stap 3: Begint het zelfstandig naamwoord met een klinker of stomme 'h'?
Stap 4: Is het zelfstandig naamwoord mannelijk of vrouwelijk?




LET OP! In het Nederlands kijken we naar de bezitter, maar in het Frans kijken we naar het zelfstandig naamwoord.
Bijvoorbeeld: zijn huis = sa maison (want maison is vrouwelijk dus gebruik je ‘sa’)

Komt ook in studiewijzer

Slide 9 - Diapositive

Even oefenen...
Koppel je laptop met de LessonUp

Slide 10 - Diapositive

Welke drie vormen van het bezittelijk voornaamwoord heb je voor 'jouw'?
A
Mon ma mes
B
Son sa ses
C
Ton ta tes
D
Leur, leur, leurs

Slide 11 - Quiz

Kies het juiste bezittelijke voornaamwoord:
Mon / Ma / Mes père aime les fleurs.
A
Mon père
B
Ma père
C
Mes père

Slide 12 - Quiz

Kies het juiste bezittelijke voornaamwoord:
Ils jouent dans leur/ leurs jardin.
A
leur
B
leurs

Slide 13 - Quiz

Kies het juiste bezittelijke voornaamwoord:
Anna lit son / sa / ses livre (m ev).
A
son livre
B
sa livre
C
ses livre

Slide 14 - Quiz

Vul het ontbrekende woord in:
On est en vacances avec (onze) ...... chien Youpi
A
notre
B
nos

Slide 15 - Quiz

Vertaal:
mijn zus

Slide 16 - Question ouverte

Vertaal:
haar cadeau

Slide 17 - Question ouverte

Vertaal:
jullie auto's

Slide 18 - Question ouverte

Zijn er nog vragen over het bezittelijk voornaamwoord?

Slide 19 - Diapositive

Klassikaal aan het werk:
Wat? Exercice 30D en 30E (blz. 47)

Slide 20 - Diapositive

Ga nu zelf aan het werk:
Wat? Exercice 31A en 31B
Op welke manier? Je maakt de opdracht voor jezelf in stilte
Hulp? Heb je vragen, steek je vinger op
Uitkomst? Na 5 minuten bespreken we de opdrachten
timer
5:00

Slide 21 - Diapositive

Aan de slag met het huiswerk:
- Wat? Exercice 33B 
- Klaar?  Leren voor het proefwerk van volgende week dinsdag (leerstof zie Magister)

Slide 22 - Diapositive