Zwangerschap en geboorte

Zwangerschap & Geboorte
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Zwangerschap & Geboorte

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel
  • Je kunt vertellen wat er in het lichaam van de vrouw gebeurd tijdens de zwangerschap.
  • Je kunt beschrijven hoe de bloedsomloop loopt bij de placenta.
  • Je kunt beschrijven welke fasen een bevalling doorloopt.

Slide 2 - Diapositive

Zaadcel dringt eicel binnen
De winnaar verliest zijn staart

Slide 3 - Diapositive

Samensmelting zaadcel en eicel=
Bevruchting
Celdeling

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Innesteling in baarmoederwand
Embryo van 3 weken

Slide 6 - Diapositive

4 weken
6 weken

Slide 7 - Diapositive

8 weken
3 maanden

Slide 8 - Diapositive

4 maanden
5 maanden

Slide 9 - Diapositive

6 maanden
7 maanden

Slide 10 - Diapositive

8 maanden
ligt al met hoofdje naar beneden

Slide 11 - Diapositive

navelstreng

Slide 12 - Diapositive

Navelstreng
De baby is met de moeder verbonden via de navelstreng.
De navelstreng gaat naar de placenta/ moederkoek. 

Slide 13 - Diapositive

Navelstreng
3 bloedvaten:
2 navelstrengslagaders
1 navelstrengader

1. voedingstoffen en zuurstof gaan vanuit het bloed van de moeder naar het bloed van het kind. VIA de NAVELSTRENGADER

Slide 14 - Diapositive

Bevalling
Hormonen regelen de geboorte van een baby.

De bevalling bestaat uit 5 stappen.
- Indaling
- Ontsluiting
- Breken van de vliezen
- Uitdrijving
- Nageboorte

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

indaling

De indaling begint vaak een paar weken voor de bevalling. Hierbij zakt het hoofdje van de foetus naar beneden.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Ontsluiting/breken van vruchtvliezen

De bevalling start met weeën. De spieren in de baarmoederwand krachtig samen.

Tijdens de weeën worden de baarmoederhals en baarmoedermond wijder. Dit heet de ontsluiting. Hierbij breken meestal de vruchtvliezen, waardoor het vruchtwater voor een deel naar buiten komt.

 De opening die bij de ontsluiting ontstaat, moet groot genoeg zijn voor het hoofdje van de foetus. Bij een volledige ontsluiting is de diameter van de opening tien centimeter.

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

uitdrijving
Bij de uitdrijving worden de weeën steeds heftiger en nu trekken de spieren in je buikwand ook samen.

Je noemt dit persweeën.

Persweeën persen het kind naar buiten.

Slide 21 - Diapositive

uitdrijving

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Hoe noemen we een vrouwelijke geslachtscel?
A
zaadcel
B
eicel

Slide 25 - Quiz

Hoe noemen we het samensmelten van zaadcel en eicel?
A
bevruchting
B
innesteling
C
menstruatie
D
ovulatie

Slide 26 - Quiz

Waar nestelt de bevruchtte eicel zich in?
A
in de maag
B
in de buik
C
in de baarmoeder
D
in de vagina

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Vidéo

Wat is een stuitligging?
A
het kindje komt eerst met het kontje naar buiten.
B
het kindje komt eerst met het hoofdje naar buiten

Slide 29 - Quiz

In welke fase komt het kindje door de vagina naar buiten?
A
ontsluiting
B
uitdrijving
C
nageboorte

Slide 30 - Quiz

Waarom zit een embryo met de navelstreng vast aan de placenta?
A
Deze beschermt het embryo tegen stoten, uitdrogen en wisseling van temperatuur .
B
om het bloed uit te wisselen met de moeder.
C
Hierdoor stromen voedingstoffen naar het toe. Afvalstoffen gaan van embryo naar placenta.
D
Om gehecht te raken aan de moeder.

Slide 31 - Quiz

Hoe ligt een kind meestal vlak voor de geboorte?


A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 32 - Quiz



Welke fase van de geboorte
zie je op de afbeelding?
A
weeën
B
nageboorte
C
ontsluiting
D
uitdrijving

Slide 33 - Quiz

Zet in de juiste volgorde:
1. uitdrijving
2. ontsluiting
3. nageboorte
4. innesteling
A
1 - 2 - 4 - 3
B
4 - 1 - 2 - 3
C
4 - 2 - 1 - 3
D
2 - 1 - 4 - 3

Slide 34 - Quiz

Hoe noemen we het kind na twaalf weken zwangerschap?
A
Baby
B
Foetus
C
Embryo
D
Blastula

Slide 35 - Quiz

1. Vruchtvliezen zijn vliezen om het embryo en vruchtwater heen.
2. De functie van de vruchtvliezen: Zij beschermen het embryo tegen uitdroging, stoten en wisselingen in temperatuur
A
1 waar 2 nietwaar
B
1 nietwaar 2 waar
C
beide waar
D
beide nietwaar

Slide 36 - Quiz

1. Placenta: Deel van de baarmoederwand waar bloed in bloedvaten van het embryo vlak langs het bloed van de moeder stroomt.

2. Functie van de placenta:
Het embryo neemt hieruit voeding en zuurstof op
A
1 waar 2 nietwaar
B
1 nietwaar 2 waar
C
beide waar
D
beide nietwaar

Slide 37 - Quiz

Ontsluiting
Uitdrijving
Nageboorte
Baarmoederhals wordt wijder
Kind wordt naar buiten geperst
Placenta en vruchtvliezen verlaten het lichaam

Slide 38 - Question de remorquage

Lees 4.6 en maak de opdrachten

Slide 39 - Diapositive