Oefentoets keuzedeel verslavingszorg

Oefentoets keuzedeel verslavingszorg
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 2,3

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Oefentoets keuzedeel verslavingszorg

Slide 1 - Diapositive

Wat is een verslaving?

Slide 2 - Question ouverte

Bij hoeveel criteria is er volgens de DSM-V spraken van een matige stoornis?
A
2 tot 3
B
4 tot 5
C
6 tot 8
D
8 of meer

Slide 3 - Quiz

Welke factoren spelen een rol bij het ontstaan van een verslaving?
A
Erfelijkheid
B
Geheugen
C
Beloningssysteem
D
Sociale druk

Slide 4 - Quiz

Wat doet het beloningssysteem in de hersenen van een verslaafde?

Slide 5 - Question ouverte

Wat is het gevaar van een gewoonte?

Slide 6 - Question ouverte

Maak de zin af:
Experimenteren met verslavende middelen leert jongeren...

Slide 7 - Question ouverte

Een sterk verlangen of onbedwingbare behoefte om middelen te gebruiken of een handeling uit te voeren heet?
A
Dwangmatigheid
B
Verslaving
C
Tolerantie
D
Craving

Slide 8 - Quiz

Welke soorten verslavingen zijn er?

Slide 9 - Question ouverte

Geef voorbeelden van handelingsverslaving

Slide 10 - Question ouverte

Geef voorbeelden van middelenverslaving

Slide 11 - Question ouverte

Waar of niet waar:
De cirkels van Van Dijk beschrijven de ernst van een verslaving
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Wat wordt er bedoeld met tolerantie?

Slide 13 - Question ouverte

Wat weet je over softdrugs?

Slide 14 - Carte mentale

Meerdere antwoorden zijn juist.
In de Opiumwet staat:
A
softdrugs schadelijker zijn
B
de risico's van harddrugs kleiner zijn
C
verkoop van harddrugs verboden is
D
alcohol legaal verkocht mag worden

Slide 15 - Quiz

Downers
Uppers
Hallucinerend
Stimulerend
Cocaïne
Alcohol
Hennep
Opwekkend
Nicotine
Kalmerend
Vlakken emoties af
LSD
Invloed op zintuigelijke waarneming
Opium
Pijnstillend
Kal leiden tot angst en verwardheid

Slide 16 - Question de remorquage

Wat weet je over harddrugs?

Slide 17 - Carte mentale

Waar of niet waar:
De criteria uit de DSM-V worden gebruikt om het risico van een verslaving vast te stellen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

In welk deel van de hersenen ontstaat het verlangen om een middel te gebuiken?
A
Frontaalkwab
B
Limbische systeem
C
Cerebellum
D
Cortex

Slide 19 - Quiz

Welke gevolgen heeft het gebruik van alcohol op de hersenen?

Slide 20 - Question ouverte

Waar of niet waar:
Mensen met een psychische aandoening zijn extra gevoelig voor een verslaving
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Welke medicijnen werken verslavend?

Slide 22 - Question ouverte

Wat zijn de maatschappelijke gevolgen van een verslaving voor een persoon?

Slide 23 - Question ouverte

Noteer 2 lichamelijke gevolgen van alcoholmisbruik

Slide 24 - Question ouverte

Waar of niet waar:
Een slaapstoornis is een gevolg van een medicijnverslaving.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quiz

Wat is de betekenis van het begrip:
Cerebrale cirkel

Slide 26 - Question ouverte

Waar of niet waar:
De cirkels van Van Dijk illustreren hoe een verslaving in stand gehouden wordt
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz

Wat is de betekenis van het begrip:
Foetaal alcoholsyndroom (FAS)

Slide 28 - Question ouverte

Welk begrip hoort bij de betekenis:
Geestelijke gezondheidszorg die doorgaans wordt verleend binnen een strafrechtelijk kader.
A
GGZ
B
Re-integratiehulp
C
Forensische zorg
D
Psychosociale hulp

Slide 29 - Quiz

Hoe wordt de ziekte van Korsakov veroorzaakt?

Slide 30 - Question ouverte

Wie kan gedwongen behandeling volgens de wet bepalen?

Slide 31 - Question ouverte

Wat is de betekenis van het begrip:
Behandelovereenkomst

Slide 32 - Question ouverte

Waar of niet waar:
Het doel van preventie is het voorkomen van slecht gedrag en/of het bevorderen van gezond gedrag.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quiz

Wat weet je over
Minnesotabehandeling?

Slide 34 - Carte mentale

Welke 3 criteria wegen mee om voor een bepaalde behandeling te kiezen?

Slide 35 - Question ouverte

Wat is de betekenis van het begrip:
Detoxificatie

Slide 36 - Question ouverte

Waar of niet waar:
Een FACT-team wordt ingezet voor extra ondersteuning en begeleiding op alle leefgebieden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 37 - Quiz

Welke specifieke vormen van behandeling zijn er binnen de verslavingszorg?

Slide 38 - Question ouverte

Wat is de meest kritieke fase van het herstelproces?

Slide 39 - Question ouverte

Wanneer je een middel niet meer binnen krijgt, krijg je...

Slide 40 - Question ouverte

Hoe goed moet je nog leren
voor de theorietoets?

Slide 41 - Carte mentale