Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
LEVENSBESCHOUWING
BHV1
Slide 1 - Diapositive
Aan het eind
van de les ...
kan ik voorbeelden noemen van normen en waarden, die ik en mijn omgeving belangrijk vinden.
ken ik de begrippen normen en waarden. En ik kan uitleggen wat hiermee wordt bedoeld.
Slide 2 - Diapositive
Filmfragment
In het volgende fragment geeft een leraar uitleg over normen en waarden. Noteer nu eerst de volgende vragen in jullie schrift: Welke voorbeelden noemt deze leraar over normen en waarden?
Zijn er verschillen in normen en waarden tussen landen die jij kunt noemen? Zo ja, welke zijn dat?
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Niet overal gelijk?
Welke voorbeelden noemt deze leraar over normen en waarden?
Zijn er verschillen in normen en waarden tussen landen die jij kunt noemen? Zo ja, welke zijn dat?
Slide 5 - Diapositive
Japanse school
We kijken naar een fragment over wat Japanse kinderen aanleren. Schrijf in jullie schrift: 1. Wat wordt er geleerd? 2. Verschilt dit met wat we in Nederland leren op school? 3. Wat vind je van deze les aan jonge kinderen?
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Vidéo
Antwoorden bespreken
1. Wat wordt er geleerd?
2. Verschilt dit met wat we in Nederland leren op school?
3. Wat vind je van deze les aan jonge kinderen?
Slide 8 - Diapositive
Waarden & Normen
NORM
WAARDE
Definitie
...
...
...
...
...
...
Hulpvraag
...
...
...
...
Extra
...
Slide 9 - Diapositive
Waarden & Normen
NORM
WAARDE
Definitie
Een norm is een gedragsregel waaraan je je moet houden.
Een waarde is de motivatie voor een bepaalde norm; een idee of ideaal waar je naar streeft
Hulpvraag
Wat moet ik doen?
Waarom wil of moet ik iets doen?
Extra
Eindigt vaak op -heid, maar niet altijd; abstract begrip
Slide 10 - Diapositive
Normen
In het dagelijks leven zijn er regels waar we ons aan (willen) houden, zoals de leraar begroeten bij binnenkomst van het lokaal en oogcontact maken tijdens een gesprek. Wanneer men niet aan de norm voldoet dan roept dit reacties op.
Slide 11 - Diapositive
Waarden
De waarden die jij belangrijk vindt, zijn afhankelijk van meerdere factoren. Waarden zijn bijvoorbeeld vriendschap, beleefdheid, respect, familie, hygiëne, vertrouwen, gelijkheid en geluk.
Slide 12 - Diapositive
Wat vind jij belangrijke waarden
Schrijf drie waarden op in jullie schrift.
1.
2.
3.
Slide 13 - Diapositive
Eerlijkheid.
Opdracht 1: Waarde of norm?
A
norm
B
waarde
Slide 14 - Quiz
Elkaar een hand geven.
Opdracht 1: Waarde of norm?
A
norm
B
waarde
Slide 15 - Quiz
Op tijd komen voor een afspraak.
Opdracht 1: Waarde of norm?
A
norm
B
waarde
Slide 16 - Quiz
Gelijkheid.
Opdracht 1: Waarde of norm?
A
norm
B
waarde
Slide 17 - Quiz
Een oude mevrouw helpen met oversteken.
Opdracht 1: Waarde of norm?
A
norm
B
waarde
Slide 18 - Quiz
Niet op je mobiel tijdens de les.
Opdracht 1: Waarde of norm?
A
norm
B
waarde
Slide 19 - Quiz
Vriendelijkheid.
Opdracht 1: Waarde of norm?
A
norm
B
waarde
Slide 20 - Quiz
Geen rommel op straat gooien.
Opdracht 1: Waarde of norm?
A
norm
B
waarde
Slide 21 - Quiz
Respect.
Opdracht 1: Waarde of norm?
A
norm
B
waarde
Slide 22 - Quiz
Aan het eind
van de les ...
kan ik voorbeelden noemen van normen en waarden, die ik en mijn omgeving belangrijk vinden.
ken ik de begrippen normen en waarden. En ik kan uitleggen wat hiermee wordt bedoeld.
Slide 23 - Diapositive
Opdracht
Onderstreep 10 waarde die je belangrijk vind en maak bij deze 10 waarden een passende norm (gedragsregel)
Zorg dat je dit papier netjes houdt en dat je dit opbergt in je mapje. Deze worden aan het einde van deze periode samen beoordeeld voor een punt.