Extra Tuinvogeltelling Quiz

Tuinvogeltelling quiz
Wat weet jij al allemaal over de tuinvogels?
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieBasisschoolGroep 5-8

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Introduction

Doe jij mee met de Tuinvogeltelling quiz? Bekijk wat jullie klas al allemaal weet over de vogels die jij in jouw tuin kunt spotten!

Éléments de cette leçon

Tuinvogeltelling quiz
Wat weet jij al allemaal over de tuinvogels?

Slide 1 - Diapositive

Doe jij mee met deze extra Tuinvogeltelling quiz? Bekijk wat jullie klas al allemaal weet over deze vogels.

Welke vogels hebben rood in hun verenkleed?
A
vink, winterkoning, huismus
B
spreeuw, heggenmus, roodborst
C
vink, grote bonte specht, roodborst
D
koolmees, grote bonte specht, merel

Slide 2 - Quiz

Het antwoord is C. Zowel de vink, de grote bonte specht als de roodborst hebben rode veren.

De kleinste vogel van deze lijst is:
A
spreeuw
B
winterkoning
C
huismus
D
merel

Slide 3 - Quiz

De winterkoning is echt een heel klein vogeltje. Hij wordt maar 9-10,5 cm groot. Dat is ongeveer even breed als je hand!

Wat is een smidse bij vogels?
A
een werkplaats om ijzer te smeden
B
een steen om slakkenhuisjes op te breken
C
een plek waar vogelvoer ligt
D
een nestplaats

Slide 4 - Quiz

Kijk bijvoorbeeld naar deze video om te zien hoe dat eruit ziet.


Waar of niet waar: De broedtijd van een winterkoning is 15 dagen,
de broedtijd van een grote bonte specht is 12 dagen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Dit is waar! De broedtijd van de specht is 10-12 dagen en die van de winterkoning 10-15 dagen.


Welke vogel broedt niet met soortgenoten bij elkaar?
A
huismus
B
spreeuw
C
pimpelmees
D
merel

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Deze twee vogels kunnen flink hakken met hun snavel:
A
grote bonte specht, boomklever
B
grote bonte specht, heggenmus
C
boomklever, merel
D
vink, spreeuw

Slide 7 - Quiz

Het antwoord is a: de grote bonte specht en de boomklever. Dit kun je ook goed zien aan hun spitse snavel.

’s Zomers eten veel vogels insecten, ’s winters zaden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Dit is waar. Vogels eten wat ze meer kunnen vinden.

Deze vogel broedt graag onder jouw dakpannen
A
vink
B
huismus
C
eend
D
zanglijster

Slide 9 - Quiz

Het antwoord is b: de huismus. Huismussen zijn meestal het hele jaar rond hun nestplaats aanwezig. Tjilpende mussen in de dakgoot zijn vaak een teken dat ze onder de dakpannen broeden. Let ook op mussen die nisjes of nestkasten invliegen. De huismus broedt in de periode maart-augustus.

Deze vogel heeft altijd zijn staart omhoog staan
A
winterkoning
B
koolmees
C
merel
D
heggenmus

Slide 10 - Quiz

Antwoord: de winterkoning heeft altijd zijn staart omhoog staan. Daar kun je hem goed aan herkennen.