Thème 3: les comparaisons

de trappen van vergelijking
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

de trappen van vergelijking

Slide 1 - Diapositive


Vergelijking:
Je gebruikt een bijvoeglijk naamwoord

Slide 2 - Diapositive

Het bijvoeglijk naamwoord
Het bijvoeglijke naamwoord met de juiste uitgang:

De tas is groot - Le sac est grand
De tafel is groot - La table est grande
De schoenen zijn groot  - Les chaussures sont grandes
De truien zijn groot     - Les pulls sont grands


-
e
s
es

Slide 3 - Diapositive

De uitgangen van het bijvoeglijke naamwoord
Mannelijk meervoud
Vrouwelijk enkelvoud
Mannelijk enkelvoud
Vrouwelijk meervoud
+ s
+ niks
+ es
+e

Slide 4 - Question de remorquage

Om dingen/mensen met elkaar te vergelijken 
gebruik je de trappen van vergelijking: de vergrotende trap 





minder groot/groter/even groot
minder....dan
meer....dan
even .....als

Slide 5 - Diapositive

Hoe doe je dat in het Frans?
Comment on fait en français ?



Slide 6 - Diapositive

Les comparaisons
de vergrotende trap
In het Frans gebruik je de volgende woorden om te vergelijken:
  • moins... que    (minder...dan)
  • plus...... que     (meer....dan)
  • aussi.... que     (even....als)
moins/plus/aussi staan voor het bijvoeglijk naamwoord
que staat na het bijvoeglijk naamwoord, que wordt qu' voor een klinker of stomme h

Slide 7 - Diapositive

Schrijf de hele zin in het Frans:
Le parapluie rouge est (duurder dan) le parapluie bleu.

Slide 8 - Question ouverte

Schrijf de hele zin in het Frans:
Le parapluie bleu est (minder duur dan ) le parapluie rouge

Slide 9 - Question ouverte

Schrijf de hele zin in het Frans:
Le parapluie rouge est (even duur als ) le parapluie marron

Slide 10 - Question ouverte

le parapluie rouge est plus cher que le parapluie bleu.
Le parapluie bleu est moins cher que le parapluie rouge.
Le parapluie bleu est aussi cher que le parapluie marron.

Slide 11 - Diapositive

exceptions: pour un objet
beter dan : mieux que 
Mes baskets Adidas sont mieux que mes baskets de Nike

lekkerder dan: 
 meilleur que
Le gâteau au chocolat est meilleur que le gâteau à la fraise

(meilleur que voor een persoon = beter dan)

Slide 12 - Diapositive

Klik HIER voor een uitlegfilmpje

Slide 13 - Diapositive

Grandes Lignes havo 


Maak de opdrachten van de planning

Slide 14 - Diapositive

Le superlatif = de overtreffende trap
le plus 
la plus
les plus

le moins
la moins
les moins
+ bijvoeglijk naamwoord

Slide 15 - Diapositive

De overtreffende trap (le superlatif)
De overtreffende trap wordt gevormd door le plus, la plus of les plus vóór het bijvoeglijke naamwoord te zetten

Hij is de grootste leerling - Il est le plus grand élève
Zij zijn de kleinste leerlingen - Ils sont les plus petits élèves
Marie is de aardigste -  Marie est la plus gentille

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Vertaal: het meisje is het kleinst

Slide 18 - Question ouverte

Bien sûr, il y a des  exceptions
bon                    meilleur                       le meilleur
bonne               meilleure                     la meilleure
bons                  meilleurs                     les meilleurs
bonnes             meilleures                   les meilleures

bien                    mieux                           le mieux
(dit is het bijwoord, daar is geen vrouwelijk of meervoud van)


Slide 19 - Diapositive

Grandes Lignes 3ath 


Maak de opdrachten van de planning

Slide 20 - Diapositive