Woordenschat groep 5/6 dieren

woordenschat
je leert woorden die met dieren te maken hebben. 
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsBasisschoolGroep 5

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

woordenschat
je leert woorden die met dieren te maken hebben. 

Slide 1 - Diapositive

bekijk eerst het filmpje op de volgende dia helemaal
maak daarna de opdrachten op de volgende dia's

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Welk dier balkt?
A
B
C
D

Slide 4 - Quiz

Welk dier dartelt?
A
B
C
D

Slide 5 - Quiz

Welk dier kraait
A
B
C
D

Slide 6 - Quiz

Welk dier krast?
A
B
C
D

Slide 7 - Quiz

sleep op de volgende dia de woorden naar het juiste plaatje
controleer of je het goed gedaan hebt

Slide 8 - Diapositive

Kwaken
Balken
Kraaien
Krassen

Slide 9 - Question de remorquage

zet op de volgende dia de plaatjes in de trap. 
op 1 wat eerst komt.
zet ook de woorden op de juiste plek

Slide 10 - Diapositive

1
2
3
Kikkerdril
Kikker
Kikkervisje

Slide 11 - Question de remorquage

Duif
Kraai
Koolmees
Kanarie

Slide 12 - Question de remorquage

Gewervelde dieren hebben een ruggenwervel
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Gewerveld
Ongewerveld 

Slide 14 - Question de remorquage