Literaire begrippen

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Literaire begrippen

Leerdoel 1: je kent de literaire begrippen

Leerdoelen

1. Je kent de theorie van de literaire begrippen
2. Je kunt de literaire begrippen toepassen op korte fragmenten, korte verhalen, of romans

Welke literaire begrippen ken je tot nu toe, noem alles wat je kent

Manipulatietechnieken
Als een schrijver heel veel details beschrijft in een fragment noem je dat

1. Vertraging
2. Vooruitwijzen
3. Dwaalspoor
4. Overschakelen/Cliffhanger

Manipulatietechnieken
Als een schrijver niet genoeg details noemt, noem je dat

1. Vertraging
2. Vermoedens wekken
3. Achterhouden van informatie
4. Overschakelen/Cliffhanger

00:00

Noem de belangrijke
kernwoorden die je
daarnet gehoord hebt

Hoe is de relatie tussen Katadreuffe (bij de advocaat, de zoon) en Dreverhaven (met hoed, de vader)

Hoeveel perspectieven ken je nu?

1. 2
2. 4
3. 3
4. 5

personages en perspectief

Nakijken

Kijk hier de opdrachten bij H3 en H4 na.

Nakijken

Kijk hier de opdrachten bij H3 en H4 na.

Thematiek

• Verhaallaag: dat wat er gebeurt in een verhaal, de gebeurtenissen​
  
• Betekenislaag/thematische laag: wat er eigenlijk met het verhaal wordt bedoeld​
  
• Thematiek: de betekenis van een verhaal in één zin​
  
• Motieven: herhalingen van voorwerpen, gebeurtenissen, situaties die een betekenis dragen.​

Bekijk de theorie in de volgende link.  Maak de opdrachten die erbij horen

Weektaak 6

Maak de opdrachten die horen bij de hoofdstuk 5 van je reader literaire begrippen

Lever deze in bij weektaak 6 in Magister-me

Nakijken

Kijk hier de opdrachten bij

H5 na

Concreet voorwerp

gebeurtenissen die steeds terugkomen

Leidmotief

Motieven