Bijbelquiz II

In welke twee Bijbelboeken wordt het woord God niet genoemd?
A
Spreuken en Hooglied
B
Job en Numeri
C
Esther en Hooglied
D
Esther en Job
1 / 43
suivant
Slide 1: Quiz
GodsdienstBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

In welke twee Bijbelboeken wordt het woord God niet genoemd?
A
Spreuken en Hooglied
B
Job en Numeri
C
Esther en Hooglied
D
Esther en Job

Slide 1 - Quiz

Afsluitende avond groep 4

Slide 2 - Diapositive

Hoeveel mensen zaten er in de ark van Noach
A
5
B
10
C
6
D
8

Slide 3 - Quiz

Abraham had bij drie vrouwen zijn kinderen Sarah, Hagar en
A
Ketura
B
Atalja
C
Jaël
D
Zippora

Slide 4 - Quiz

Wat is de kolokwint uit 1 en 2 koningen
A
Een afgod
B
Een mythische rivier
C
Een pompoenachtige plant
D
Een bijzonder wapen

Slide 5 - Quiz

Wie schreef de eerste boeken van de Bijbel
A
Jozef
B
Abraham
C
Mozes
D
Jakob

Slide 6 - Quiz

Wat vieren de Joden tijdens het Loofhuttenfeest?
A
ontvangen van de Thora
B
Dankbaarheid voor de oogst
C
Wisseling van de seizoenen
D
Herinnering aan zwerven in de woestijn

Slide 7 - Quiz

Welk dier komt in de Bijbel niet voor?
A
Tijger
B
Zeekoe
C
Olifant
D
Jakhals

Slide 8 - Quiz

Met welk lichamelijk ongemak kregen de Filistijnen te maken tijdens het verblijf van de Ark in hun steden volgens de NBV
A
Zweren
B
Ontstekingen
C
Aambeien
D
Blaren

Slide 9 - Quiz

Amerikanen zoeken hier. Welke 3Bijbelboeken kun je hiervan maken?
A
Jozua, Richteren, Ruth
B
Deuteronomium Jozua, Richteren
C
Kronieken, Ezra, Nehemia
D
Ezra, Nehemia, Esther

Slide 10 - Quiz

Waarmee dode David de reus Goliath
A
Een kiezelsteen
B
Een herdersstaf
C
Een pijl en oog
D
Zijn eigen zwaard

Slide 11 - Quiz

De Heer is mijn herder zo begint een bekende Psalm. Welke?
A
123
B
23
C
25
D
122

Slide 12 - Quiz

Welke Psalm gaat over de liefde voor Gods wet?
A
119
B
117
C
116
D
111

Slide 13 - Quiz

Welke profeet komt tussen Joël en Obadja
A
Hosea
B
Ezechiël
C
Jona
D
Amos

Slide 14 - Quiz

Wat is het laatste Bijbelboek van het Oude Testament
A
Micha
B
Haggaï
C
Maleachi
D
Tobith

Slide 15 - Quiz

Wat betekent Deuteronomium?
A
Wet
B
Woorden
C
Tweede Wet
D
Spraak

Slide 16 - Quiz

Welke profeet spreekt over een maagd die zwanger wordt?
A
Jeremia
B
Micha
C
Jesaja
D
Amos

Slide 17 - Quiz

Uit welk huidige land kwam de koningin van Sheba
A
Ethiopië
B
Somalië
C
Egypte
D
Tunesië

Slide 18 - Quiz

Hoe heette de jongere broer van Jozef?
A
Ruben
B
Benjamin
C
Levi
D
Issaschar

Slide 19 - Quiz

Wat zag de profeet Ezechiël in een dal liggen?
A
Een oase
B
Jeruzalem
C
Een enorm leger
D
Alleen maar botten

Slide 20 - Quiz

Wat was er zo bijzonder aan de tempelbouw?
A
Het duurde lang omdat er niet genoeg geld was
B
Op de bouwplaats werd geen hamerklop gehoord
C
Alle materialen moesten van ver komen
D
Salomo kreeg het niet af

Slide 21 - Quiz

Hoe heette de eerste muzikant?
A
Jabal
B
Jubal
C
Tubal-Kaïn
D
Rubal

Slide 22 - Quiz

Wat verborg Obadja in de grot?
A
De oogst voor de vijanden
B
100 profeten
C
Wapens voor het verzet
D
Kleding

Slide 23 - Quiz

Van welke stad was Melchisedek koning?
A
Jeruzalem
B
Salem
C
Sion
D
Bethlehem

Slide 24 - Quiz

Hoe heette de schoonvader van Mozes?
A
Jethro
B
Retrho
C
Methro
D
Bethro

Slide 25 - Quiz

Welke koning komt in Babel tot inkeer en wordt weer koning van Juda?
A
Zedekia
B
Manasse
C
Hizkia
D
Achab

Slide 26 - Quiz

Wat betekent Bethel?
A
Broodhuis
B
Offerdienst
C
Huis van God
D
Altaar

Slide 27 - Quiz

Naar welk land wilde Jona vluchten?
A
Turkije
B
Spanje
C
Italië
D
Libië

Slide 28 - Quiz

Welke profeet bad met zeewier op zijn hoofd?
A
Jona
B
Micha
C
Maleachi
D
Nahum

Slide 29 - Quiz

In welk veld klonk het lied der englen?
A
Bethlehem
B
Nazareth
C
Efratha
D
Jericho

Slide 30 - Quiz

Paulus kreeg te maken met euroklydon, wat is dit?
A
Een oorlogsschip
B
De naam van een slang
C
Een storm
D
Een gevaarlijke rij klippen

Slide 31 - Quiz

Welke titel krijgt Jezus het meeste in het NT?
A
Here
B
Christus
C
Messias
D
Zoon van God

Slide 32 - Quiz

Wat is de naam van de vrouw die door Petrus in Joppe uit de dood werd opgewekt?
A
Dorkas
B
Ruth
C
Talitha
D
Salome

Slide 33 - Quiz

Waar werd Paulus voor het laatst gevangen genomen?
A
Efeze
B
Tarsis
C
Damascus
D
Jeruzalem

Slide 34 - Quiz

Hoeveel broden ne vissen waren er bij de wonderbare spijziging?
A
5 broden en 2 vissen
B
5 vissen en 2 broden
C
2 vissen en 6 broden
D
7 broden en 12 vissen

Slide 35 - Quiz

Hoeveel mensen geloofden na de toespraak van Petrus op de 1e pinksterdag?
A
30
B
300
C
3000
D
30000

Slide 36 - Quiz

Geloof, hoop en liefde ... hoe eindigt dit vers?
A
Maar hierover later meer
B
Zijn de vruchten van de Geest
C
Maar de meeste van deze is de liefde?
D
Hier kom ik zo op terug

Slide 37 - Quiz

Op welk rijdier kwam Jezus Jeruzalem binnen
A
Ezel
B
Ezelsveulen
C
Muildier
D
Paard

Slide 38 - Quiz

Waar zwaaiden de mensen mee tijdens de intocht in Jeruzalem
A
Palmtakken
B
Eikenbladeren
C
Vlaggetjes
D
Hun handen

Slide 39 - Quiz

Wat is de volgorde van de brieven in het NT?
A
Belang
B
Alfabet
C
Lengte
D
Zekerheid

Slide 40 - Quiz

Wat betekent Johannes?
A
God is trouw
B
God is genadig
C
God is barmhartig
D
God is er altijd bij

Slide 41 - Quiz

Naar welk eiland werd Johannes verbannen?
A
Athlos
B
Amos
C
Patmos
D
Rhodos

Slide 42 - Quiz

Waar eindigt het boek Openbaring mee?
A
Kyrië eleison, Heer erbarm u over ons
B
Amen, ja kom Heere Jezus!
C
De genade van onze Heere Jezus Christus zij met u allen. Amen.
D
Amen. Zie ik kom, ik kom haastig.

Slide 43 - Quiz