Les 1 voltooid deelwoord

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Voltooid deelwoord

Weet jij nog hoe je het voltooid deelwoord maakt?

Kies het juiste voltooid deelwoord

ge + stam + t ?

ge + stam op -d of -t + et ?

stam + t ?

Het voltooid deelwoord van ''kaufen'' is...

1. gekaufd
2. gekauft
3. gekaufent
4. gekaufend

Het voltooid deelwoord van ''wohnen '' is...

1. gewohnd
2. gewohnt
3. gewohnent
4. gewohntd

Het voltooid deelwoord van "reservieren" is...

1. gereserviert
2. gereservierd
3. reserviert
4. reservierd

Het voltooid deelwoord van "kochen" is...

1. gekochet
2. gekocht
3. gekochen
4. gekochd

Het voltooid deelwoord van "tanzen" is...

1. getanzen
2. getanzt
3. getanzd
4. getanzed

Het voltooid deelwoord van "zelten" is...

1. gezelt
2. gezeld
3. gezeltet
4. gezelted

Noteer het voltooid deelwoord.
Was habt ihr letztes Jahr____(verdienen = verdienen)

Noteer het voltooid deelwoord.
Früher habe ich viel____(tanzen = dansen)

Noteer het voltooid deelwoord.
Wir heben nachmittags am Strand ____(grillen = barbecueën)

Vertaal het voltooid deelwoord.
Wer hat das Essen eigentlich_____?(betaald)

Vertaal het voltooid deelwoord.
Der Lehrer hat die Falsche Geschichte______(verteld)

Vertaal het voltooid deelwoord.
Die Schüler haben bei Albert Heijn zu wenig______(gewerkt)

Vertaal het voltooid deelwoord.
Hast du zwei Jahre Deutsch_____(gestudeerd)?

Ik kan de juiste vorm van het voltooid deelwoord gebruiken.

JA, voor 100%

JA, voor 75%

MWAH, voor 50%

NEE, voor 25%

NEE, voor 0%

Vertaal het voltooid deelwoord.
Ich habe die Falsche Kleidung______(bestellen)

Vertaal het voltooid deelwoord.
Früher habe ich viel____(tanzen = dansen)

Vertaal het voltooid deelwoord.
Was haben Mike und Verena über LessonUp _____?(sagen = zeggen)

Vertaal het voltooid deelwoord.
Ich habe nichts davon____(merken)

Vertaal het voltooid deelwoord.
Wo habt ihr letztes Jahr____(wohnen)

Vertaal het voltooid deelwoord.
Die Mannschaft hat gestern viel______(trainieren)

Vertaal het voltooid deelwoord.
Ihr habt das Nintendo Spiel ______(kaufen).