Het Oog

De ogen
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 4

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

De ogen

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Bouw van het oog
  • Wenkbrauwen: bescherming tegen zweet/vocht. 
  • Wimpers: bescherming tegen vuil en fel licht. 
  • Traanklier: maakt traanvocht 
  • Traanvochtzorgt ervoor dat je ogen niet uitdrogen
  • Ooglid: verspreidt traanvocht over de ogen
  • Traanbuis: brengt traanvocht naar de neusholte

Alle onderdelen in het oog zijn er op gericht om het licht zo goed mogelijk op het netvlies te laten vallen!

Slide 3 - Diapositive

Hoe worden je ogen beschermd?
wenkbrauwen
oogleden
wimpers
traanklier
oogkassen

Slide 4 - Diapositive

wenkbrauw
traanklier
traanbuis
pupil
wimper
iris
ooglid
harde oogvlies

Slide 5 - Question de remorquage

Slide 6 - Vidéo

Slide 7 - Diapositive

Binnenkant van het oog
  • Lens: zorgt ervoor dat je dingen scherp kan zien (beeld scherp op netvlies plaatsen)
  • Glasachtig lichaam: het oog is gevuld met geleiachtige vloeistof, houdt alles op zijn plek
  • Oogzenuw: vervoert impulsen naar de grote hersenen
  • Oogspieren: laten je oog draaien

Slide 8 - Diapositive

Binnenkant van het oog
Het oog bestaat uit 3 lagen:
  • Netvlies: binnenste laag (geel). Hierin liggen de zintuigcellen die lichtprikkels opvangen en impulsen vormen.

  • Vaatvlies: middelste laag (rood). Bevat veel bloedvaten die zorgen voor de voeding van het oog en afvoer van afvalstoffen

  • Harde oogvlies: buitenste laag (wit)
Route van het licht:
hoornvlies → pupil → lens → glasachtig lichaam → netvlies

Slide 9 - Diapositive

buitenaanzicht en lengtedoorsnede

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

pupilreflex
  • Zintuigcellen netvlies beschermen 

  • Pupil groot = donkere omgeving = lengte spieren trekken samen
  • Pupil klein = lichte omgeving = kringspieren trekken samen


Slide 12 - Diapositive

Scherp zien
Je kan scherp zien doordat je je ooglens boller en platter kunt maken (= accomoderen).

Bol = dichtbij scherp zien
Plat = veraf scherp zien

Slide 13 - Diapositive

Het oog - netvlies
Je netvlies is bedekt met zintuigcellen:
kegeltjes en staafjes.

Scherpste beeld op gele vlek

Beeld omgekeerd en verkleind
Oogzenuw verlaat oog bij blinde vlek

Slide 14 - Diapositive

Gele vlek:
Licht op het netvlies
Alleen maar kegeltjes

Blinde vlek:
Op het netvlies
Geen staafjes en kegeltjes:
Oogzenuw gaat hier het oog uit!

Slide 15 - Diapositive

Aantekeningen
Lens: Buigt, samen met het hoornvlies, de lichtstralen af.
Accommoderen: Het aanpassen van de sterkte van de ooglens.
Kringspieren: Lopen rondom de pupil; maken de pupil kleiner.
Lengtespieren: Lopen van de pupil naar de buitenrand van de iris; maken de pupil groter.
Kegeltjes: Nemen kleur waar; geven alleen impulsen af als er veel licht is.
Staafjes: Nemen zwart-wit waar; geven ook impulsen af als er weinig licht is.



Slide 16 - Diapositive

Uitwendige bouw van het oog
Wenkbrauwen voorkomen dat zweet in de ogen loopt.

Slide 17 - Diapositive

Wimpers houden zand tegen en beschermen tegen fel licht.
Traanvocht voorkomt uitdroging, spoelt vuil weg en remt de groei van bacteriën.

Slide 18 - Diapositive

Traanbuizen voeren traanvocht af naar de neusholte.
Oogspieren: hierdoor kunnen de ogen naar alle kanten bewegen.

Slide 19 - Diapositive

Harde oogvlies (=oogwit), iris (=regenboogvlies) en pupil maken deel uit van de oogbol. Door de pupil komt het licht naar binnen. De iris regelt hoeveel licht naar binnen mag...

Slide 20 - Diapositive


Het glasachtig lichaam houdt het oog in vorm en het netvlies op zijn plaats

Slide 21 - Diapositive


Het glasachtig lichaam houdt het oog in vorm.
Het hoornvlies en de ooglens helpen samen een scherp beeld te vormen.

Slide 22 - Diapositive

Doorsnede van het oog
Het glasachtig lichaam houdt het oog in vorm.
Het hoornvlies en de ooglens helpen samen een scherp beeld te vormen.
Het netvlies is het binnenste vlies. Hierop liggen de lichtgevoelige zintuigcellen. De meeste lichtgevoelige zintuigcellen liggen op de gele vlek.

Slide 23 - Diapositive

Proefje voor blinde vlek

Slide 24 - Diapositive

Aantekening - De ogen
  • blinde vlek: hier verlaat de oogzenuw het oog.
  • gele vlek: het deel waarmee je het scherpst ziet.
  • glasachtig lichaam: helpt het netvlies op zijn plaats te houden.
  • harde oogvlies: buitenste, beschermlaag van het oog.
  • hoornvlies: doorzichtig deel van het harde oogvlies.
  • netvlies: hierin liggen de zintuigcellen.
  • vaatvlies: bevat veel bloedvaten.
  • wenkbrauwen + wimpers: beschermen oog tegen zweet/ vuil en/of fel licht.



Slide 25 - Diapositive

Buitenkant van het oog

  • Harde oogvlies: het witte deel, beschermt de binnenkant van het oog 
  • (4) Iris: gekleurde deel van het oog, beschermt het oog tegen te veel licht
  • (3) Pupil: zwarte rondje in de iris, hier komt het licht binnen 
  • (1) Hoornvlies: doorzichtig laagje, beschermt de iris 

Slide 26 - Diapositive