lesson up Wat is een hangplek? Wat is de beste hangplek? Welke vooroordelen hebben verschillende groepen over elkaar? Welke vooroordelen heb jezelf?
Maken plan voor een hangplek
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1
Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
Éléments de cette leçon
Programma
lesson up Wat is een hangplek? Wat is de beste hangplek? Welke vooroordelen hebben verschillende groepen over elkaar? Welke vooroordelen heb jezelf?
Maken plan voor een hangplek
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Maak een plan
Jij hangt graag rond op straat met een aantal vrienden. Hoe moet jullie hangplek eruitzien? Maak een plan dat volwassenen ook goed vinden. Gebruik het werkblad Maak een plan van de docent.
Slide 3 - Diapositive
taak 3 Bedenk een hangplek
1 Bedenk een plan voor een ‘hangplek’ in jouw dorp, stad of wijk. 2 Presenteer je plan. Dit kan op twee manieren:
maak een powerpoint of maak een filmpje 3 Bespreek met de klas welk groepje het beste plan heeft.
Gebruik hierbij de volgende vragen:
Hoeveel kost het plan?
Wat vinden volwassenen van het plan?
Is het een leuk plan voor jongeren?
Kan de plek volgens het plan gemaakt worden?
Slide 4 - Diapositive
hangjongeren
Slide 5 - Carte mentale
Vooroordeel
Een vooroordeel is een mening over iets of iemand zonder dat je feiten of de persoon kent.
Slide 6 - Diapositive
Stelling: Meisjes zijn niet sterk. Is dit een vooroordeel? Leg uit waarom.
Slide 7 - Question ouverte
Slide 8 - Vidéo
Welke vooroordelen zijn er van buitenlanders over Nederlanders?
Slide 9 - Question ouverte
Welke vooroordelen zijn er van Nederlanders over buitenlanders?
Slide 10 - Question ouverte
Welke vooroordelen hebben jongens over meisjes?
Slide 11 - Question ouverte
Welke vooroordelen hebben meisjes over jongens?
Slide 12 - Question ouverte
Welke vooroordelen zijn er over meisjes met een hoofddoek?
Slide 13 - Question ouverte
Welke vooroordelen zijn er over mensen met een handicap?
Slide 14 - Question ouverte
de keer dat je een voorstelling geeft of in het openbaar spreekt
A
de verbroedering
B
de rol
C
het optreden
D
het project
Slide 15 - Quiz
de hele tijd, steeds
A
voortdurend
B
ontevreden
C
iedere keer
D
continu
Slide 16 - Quiz
Maak een zin met het woord: klagen
Slide 17 - Question ouverte
Maak een zin met het woord: de reactie
Slide 18 - Question ouverte
Zoek een foto die past bij het woord verbroedering.