Les 2 Procenten 4GT

Welkom
Telefoon in de telefoontas
Spullen op tafel
Maak de startopdracht
timer
5:00
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom
Telefoon in de telefoontas
Spullen op tafel
Maak de startopdracht
timer
5:00

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Ik kan getallen en bedragen afronden.
Ik kan met een percentage een getal uitrekenen.
Ik kan een percentage berekenen.
Ik kan met een groeifactor een stijging of daling berekenen.
Ik kan een verandering in procenten berekenen.
Ik kan een prijsverschil in procenten berekenen.

Slide 2 - Diapositive

Aantekeningen

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Uitleg

Slide 5 - Diapositive

Een percentage berekenen
 Te berekenen getal = percentage ÷ 100 × getal

Slide 6 - Diapositive

Met een percentage een getal uitrekenen.
Bereken 8% van € 280.
Stap 1: maak een van het percentage een kommagetal.
Stap 2: vermenigvuldig het kommagetal met het bedrag.

 Te berekenen getal = percentage ÷ 100 × getal

Slide 7 - Diapositive

Een trui kost € 49,95. Je ontvangt 15% korting.
Bereken hoeveel korting je ontvangt.

Slide 8 - Question ouverte

Een percentage berekenen
geheeldeel100

Slide 9 - Diapositive

Een percentage berekenen
Bereken hoeveel procent van de werknemers van de supermarkt jonger is dan 21 jaar.
geheeldeel100
Leeftijd
Aantal
tot en met 20 jaar
21
Van 21 tot 40 jaar
4
Van 41 tot 60 jaar
3
61 jaar en ouder
1

Slide 10 - Diapositive

De rijwielhandelaar geeft deze maand op de normale prijs van € 480 een korting van € 120. Bereken hoeveel procent korting Thijs krijgt als hij de fiets koopt.

Slide 11 - Question ouverte

Een verandering in procenten berekenen
oud(nieuwoud)100

Slide 12 - Diapositive

Een verandering in procenten berekenen
Youri verdient dit jaar € 2.665 per maand. Vorig verdiende hij 
€ 2.548 per maand. Bereken met hoeveel procent zijn salaris is gestegen.
oud(nieuwoud)100

Slide 13 - Diapositive

Leah heeft in de maand juni overgewerkt. Haar brutosalaris bedroeg in de maand juni € 2.756. Haar bruto basissalaris is
€ 2.120 per maand. Bereken de procentuele toename van haar brutosalaris in juni ten opzichte van haar bruto basissalaris.

Slide 14 - Question ouverte

Een prijsverschil in procenten berekenen.
Hoeveel procent is Coca Cola duurder dan de goedkoopste cola in de test?

€ 2,29
€ 1,45
oud(nieuwoud)100

Slide 15 - Diapositive

Een fles tomatensaus van Bertolli kost € 3,34. Een fles tomatensaus van het huismerk kost € 0,99.
Hoeveel procent is Bertolli duurder dan het huismerk?

Slide 16 - Question ouverte

Met een groeifactor een stijging of daling berekenen.
Nieuw te berekenen getal = groeifactor × getal

Slide 17 - Diapositive

Met een groeifactor een stijging of daling berekenen.
Een stijging met 4%.
Stap 1: oude aantal is gelijk aan 100%. 
Stap 2: tel daar de stijging bij.
Stap 3: maak een kommagetal. 
De groeifactor is 1,04.

Nieuw te berekenen getal = groeifactor × getal

100% + 4% = 104%
104 ÷ 100 = 1,04

Slide 18 - Diapositive

Een prijsverschil in procenten berekenen.
De prijs van melk is gestegen met 15%.
Wat is de nieuwe prijs van een pak melk?
€ 1,04

Slide 19 - Diapositive

In januari 2005 kostte een kilo aardappelen € 0,98. De prijs is in januari 2011 met 126,2% gestegen ten opzichte van januari 2005. Bereken in twee decimalen hoeveel een kilo aardappelen in januari 2011 kost.

Slide 20 - Question ouverte

Toepassen

Slide 21 - Diapositive

Toepassen
Pak je studiewijzer en maak de opdrachten.
Kijk na en verbeter je fouten.
Maak de herhalingsopdrachten of plusopdrachten als je klaar bent.
timer
20:00

Slide 22 - Diapositive

Afsluiting

Slide 23 - Diapositive

Afsluiting
Vul het exit-tentje in.
timer
2:00

Slide 24 - Diapositive