Stijl week 1: passend en duidelijk I

Introductie
Passend schrijven
Stel: jij wilt je ouders overtuigen om een e-bike voor jou te kopen. Hoe pak jij het aan?




Je bent duidelijk en direct. Je komt met feiten: je bespaart reistijd en je wordt zelfstandiger.



Je verpakt je boodschap door te zeggen dat je je als een gevangene voelt op je gewone fiets. Je speelt in op hun emoties en je gebruikt humor.


Je pakt het geleidelijk aan. Je laat eerst zien hoe verantwoordelijk je bent (hulp in huis, goede cijfers). Je laat zien dat je het aankan en daarna vraag je pas om een e-bike.
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 55 min

Éléments de cette leçon

Introductie
Passend schrijven
Stel: jij wilt je ouders overtuigen om een e-bike voor jou te kopen. Hoe pak jij het aan?




Je bent duidelijk en direct. Je komt met feiten: je bespaart reistijd en je wordt zelfstandiger.



Je verpakt je boodschap door te zeggen dat je je als een gevangene voelt op je gewone fiets. Je speelt in op hun emoties en je gebruikt humor.


Je pakt het geleidelijk aan. Je laat eerst zien hoe verantwoordelijk je bent (hulp in huis, goede cijfers). Je laat zien dat je het aankan en daarna vraag je pas om een e-bike.

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Terugblik
We hebben het hele verhaal Reinaert de Vos gelezen en geanalyseerd. Je kent nu de dilemma's.
Vandaag
Starten met schrijven met stijl
Deze week
Je rondt thuis zowel hoofdstuk 1 als 2 af. 

Slide 3 - Diapositive

Je verdiept je in negen stijlstrategieën om die te kunnen herkennen én om zelf te hanteren.

Slide 4 - Diapositive

Engels
Frans
Nederlands
Chinees
Japans
Welke taal heeft de meeste woorden in het woordenboek? Sleep het aantal woorden naar de juiste taal.
500.000 woorden
430.000 woorden
370.000 woorden
171.476 woorden
100.000 woorden

Slide 5 - Question de remorquage

Hoeveel procent van de verschillende woorden moet je kennen om een tekst te begrijpen?
A
60%
B
70%
C
80%
D
90%

Slide 6 - Quiz

Hoe groot moet je woordenschat zijn om je later zelfstandig te kunnen redden?
A
7.000 woorden
B
12.000 woorden
C
20.000 woorden
D
60.000 woorden

Slide 7 - Quiz

Wat is de herkomst van
iemand links laten liggen
A
de meesten schrijven met rechts, dus links is dan minder
B
links betekent in het Latijn 'negeren'
C
Alles wat van links kwam, was vroeger slecht. Daar kijk je liever niet naar.
D
De vroegere koning in Nederland was blind aan zijn linkeroog. Hij zag dus niet wat links van hem was.

Slide 8 - Quiz

Wat is de herkomst van
door het oog van de naald kruipen
A
Het is heel lastig om een draad door het oog van een naald te doen
B
In het Romeinse Rijk noemden ze grotten ogen van naalden. Je wist nooit of er gevaar in dreigde.
C
Omdat kamelen waarschijnlijk alleen kruipend door de poorten uit het Bijbelse Jeruzalem konden komen
D
Als je een draad door het oog hebt, kun je pas verder.

Slide 9 - Quiz

Wees de kritische taalgebruiker. Waarom is het bericht niet passend?

Slide 10 - Diapositive

Start met de module Schrijven met stijl
Maak de opdrachten van H1 helemaal af
Je leert zelfstandig en in stilte
Tip voor de betekenis van woorden: encyclo.nl
Volgende les:
Verder met H2
timer
15:00

Slide 11 - Diapositive

Start met de module Schrijven met stijl
Maak de opdrachten van H1 tot en met 1-5 (pagina 12)
Je leert zelfstandig en in stilte
Tip voor de betekenis van woorden: encyclo.nl
Volgende les:
Verwerkingsopdracht 1 (p12)
H2
timer
15:00

Slide 12 - Diapositive