Quiz
1 / 30
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat is dekolonisatie
A
Het zelfstandig worden van een kolonie
B
Segregatie van bevolkingsgroep
C
Apartheid
D
Onderdrukking
Slide 2 - Quiz
Wat is de beste omschrijving van een kolonie?
Een kolonie is ...
Een kolonie is ...
A
een land dat zelf niet de baas is.
B
een land dat bestuurd wordt door een moederland (of een ander land).
C
Als twee landen samenwerken
Slide 3 - Quiz
Waar staat de afkorting 'KNIL' voor?
A
Koninklijk Nationaal-Indische Leger
B
Kolonie Nederlands-Indische Leger
C
Koninklijk Nederlands-Indische Leger
D
Kolonie Nationaal-Indische Leger
Slide 4 - Quiz
Wat willen de nationalisten in Indonesië?
A
Een eigen staat voor hun Indonesische volk
B
Het beste volk ter wereld worden.
C
Samenwerking en handel met Nederland
Slide 5 - Quiz
Wat betekent zelfbestuur?
A
Landen die bestuurd worden door een ander land
B
Dat het land zichzelf mag regeren en besturen
C
Landen die geholpen worden om eigen land te regeren en besturen
Slide 6 - Quiz
Westblok
Oostblok
communisme
democratie
dictatuur
kapitalisme
planeconomie
vrijemarkteconomie
Slide 7 - Question de remorquage
Waarom wordt de Koude Oorlog
de 'Koude' Oorlog genoemd?
de 'Koude' Oorlog genoemd?
Koude Oorlog.
A
Het is een oorlog gevoerd
in een erg koude periode.
B
Het is een oorlog waarin veel kernwapens gebruikt worden.
C
Geen echte oorlog maar wel
veel dreiging en spanning.
D
Een oorlog waarin
de sfeer erg 'koel' is.
Slide 8 - Quiz
Wat was de Berlijnse Muur?
A
Een muur die een oorlog in Duitsland voorkwam
B
Een muur om Oost en West Berlijn van elkaar te scheiden
C
Een muur in Duitsland met verder geen betekenis
D
Een muur die werd gebouwd om Oost en West Duitsland te scheiden
Slide 9 - Quiz
1
Welke kenmerken horen bij het Westen en welke bij het Oostblok tijdens de Koude Oorlog?
Let op! Elk kenmerk mag maar één keer gebruikt worden.
Westblok
Oostblok
De meeste bedrijven zijn staatseigendom.
Iedereen is vrij om een politieke partij op te richten.
De overheid bepaalt de economie
In de meeste landen is sprake van vrijheid van meningsuiting.
Onderwijs en gezondheidszorg zijn gratis
Slide 10 - Question de remorquage
Warschaupact
Navo
Communisme
Kapitalisme
Sovjet Unie
VS
Planeconomie
Vrije markteconomie
Westblok
Oostblok
Slide 11 - Question de remorquage
Wat heeft de Vietnamoorlog met de Koude Oorlog te maken?
A
Er werd en atoomwapens gebruikt
B
Vietnam was een kolonie van de VS
C
Invloed van het communisme en kapitalisme
D
Stalin was de baas over Vietnam
Slide 12 - Quiz
Het IJzeren Gordijn was
A
de scheiding tussen Oost- en West-Berlijn
B
bestond helemaal niet
C
de scheiding tussen de BRD en de DDR
D
de scheiding tussen Oost- en West-Europa
Slide 13 - Quiz
Planeconomie
A
overheid regelt niets
B
overheid regelt een beetje
C
overheid regelt bijna alles
Slide 14 - Quiz
Wat is een vrijemarkteconomie?
A
Bedrijven produceren producten waar vraag naar is.
B
Een economie waarin alleen de overheid bedrijven kan opzetten.
C
Een economie waarin de overheid bepaalt wat en hoeveel je mag maken.
D
Alle antwoorden zijn ONJUIST.
Slide 15 - Quiz
Vrijemarkteconomie
A
Westen
B
Oosten
Slide 16 - Quiz
Welk woord past wel bij het leven van een jager en verzamelaar?
A
Rondtrekken
B
Voorraden
C
Landbouw
D
Wonen op een vaste plaats.
Slide 17 - Quiz
Is de afbeelding van de jagers- en verzamelaars?
A
Ja
B
Nee
Slide 18 - Quiz
Jagers-verzamelaars
hebben geen:
hebben geen:
A
Dieren
B
Kinderen
C
Vaste woonplaats
D
tenten
Slide 19 - Quiz
Jagers-verzamelaars hebben veel bezittingen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 20 - Quiz
Wat is het middel van bestaan van jagers en verzamelaars?
A
Handelen
B
Jagen en verzamelen
C
Alleen jagen
D
landbouw
Slide 21 - Quiz
Wat aten de Jagers & Verzamelaars NIET
A
Bessen
B
Vlees
C
Noten
D
Brood
Slide 22 - Quiz
Hoe groot waren de groepen jagers en verzamelaars?
A
10-15
B
25-40
C
40-60
D
60-100
Slide 23 - Quiz
Is de afbeelding van de jagers- en verzamelaars?
A
Ja
B
Nee
Slide 24 - Quiz
De bronnen op de afbeelding van ongeschreven bronnen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 25 - Quiz
Bronnen uit de prehistorie zijn alleen ongeschreven bronnen
A
waar
B
niet waar
Slide 26 - Quiz
Wat hoort bij de jagers en verzamelaars? En wat hoort bij de eerste boeren? Sleep de antwoorden.
Jagers en verzamelaars
De eerste boeren
vee
akkerbouw
rondtrekken
jagen
ploeg
oven
tenten
vaste woonplek
oogsten
verzamelen
Slide 27 - Question de remorquage
Vruchtbare Halve Maan
Jager- verzamelaars
Eerste boeren
Slide 28 - Question de remorquage
Hoe woonden de eerste boeren?
Sleep de plaatjes naar waar of niet waar?
Hier woonden de eerste boeren wel
Hier woonden de eerste boeren niet
Slide 29 - Question de remorquage
De eerste boeren
A
waren nomaden
B
woonden op een vaste plek
